Show simple item record

dc.contributor.authorCarbo E
dc.date.accessioned2018-11-20T12:07:33Z
dc.date.available2018-11-20T12:07:33Z
dc.date.issued2018-11-13
dc.identifier.doi10.21945/RIVM-2018-0108
dc.identifier.urihttp://hdl.handle.net/10029/622304
dc.description.abstractDe kwaliteit van de eerste trimester combinatietesten op Downsyndroom uitgevoerd door zeven Nederlandse screeningslaboratoria, voldeed in 2017 in het algemeen aan de daarvoor gestelde eisen. Dit blijkt uit een evaluatie van het RIVM. Hiermee wordt voldaan aan de opdracht van het ministerie van VWS aan het RIVM om de kwaliteit van de combinatietest te laten bewaken De screening op het syndroom van Down middels de combinatietest is sinds 1 januari 2007 voor iedereen beschikbaar in een landelijk screeningsprogramma. Later is de screening op de syndromen van Edwards en Patau aan de hand van de combinatietest toegevoegd. Sinds april 2017 wordt de Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) aangeboden als eerste prenatale test op Down-, Edwards-, en Patau syndroom binnen het studieverband van de TRIDENT-2 studie. Hierdoor kozen vele vrouwen voor de NIPT en niet meer voor de combinatietest. Vanwege de teruglopende aantallen zijn 6 van de 7 laboratoria in Nederland vanaf oktober gefaseerd gestopt met het analyseren van de combinatietest. Vanaf 1 december 2017 worden biochemie analyses alleen nog door het Star-SHL laboratorium in Rotterdam gedaan. In 2017 zijn in totaal 21307 screeningstests uitgevoerd; daarmee liet 12,3% van de zwangeren een combinatie test uitvoeren. Dit percentage is een gemiddelde gebaseerd op het totale jaar 2017, waarbij opgelet moet worden dat de NIPT in april 2017 werd ingevoerd. Het deelname percentage in het eerste kwartaal van 2017 was 38,9%, terwijl het deelname percentage aan de combinatietest in december 2017 4,1% was. De laboratoria voeren alle bloedanalyses binnen de combinatietest uit. De kansberekening op basis van die bloedanalyse en de nekplooimeting kan óf door het laboratorium óf door een deel van de echocentra in Nederland worden uitgevoerd. Bij de laboratoria heeft de kansberekening in 2017 voor 61% van de totaal afgenomen combinatietesten plaatsgevonden. Voor de evaluatie van een deel van de kwaliteitsindicatoren waren alleen de gegevens over de kansberekening van de laboratoria beschikbaar. Aanvullend heeft het regionaal centrum Stichting Prenatale Screening Noord Nederland (SPSNN) de perifeer-uitgevoerde berekeningen beschikbaar gesteld. De leeftijd waarop de test in 2017 het meest frequent wordt afgenomen varieert van 31,0 tot 32,4 jaar tussen de laboratoria. Het aandeel zwangeren dat volgens de screeningtest een verhoogde kans heeft op een kind met het syndroom van Down ligt bij alle laboratoria tussen de 3,4 en 6,8 procent. Deze verschillen ontstaan onder andere doordat de gemiddelde leeftijd van zwangeren die voor deze screeningstests kiezen per regio iets verschilt.
dc.description.abstractThe first trimester combined test for Down syndrome executed by seven Dutch screening laboratories was in line with the quality requirements in 2017. These are the findings of an assessment by RIVM, meeting the directive of the Dutch Ministry of Health, Welfare and Sport to ensure the quality of the combined test. Since 1 January 2007, screening for Down syndrome with the first trimester combined test has been available to all pregnant women, as part of a nationwide screening programme. Screening for Edwards' syndrome and Patau syndrome was added to the programme later. Starting in April 2017, a new prenatal test, known as the Non-Invasive Prenatal Test (NIPT) has been introduced as another prenatal test in the Netherlands in the TRIDENT-2 study. Due to this new development, many women chose the NIPT over the first trimester combined test. Since December 2017, all laboratories except the Star-SHL laboratory in Rotterdam have stopped analyzing the combined test, due to the reduction of number of participating women. A total of 21,307 screening tests were carried out in 2017, which means that 12.3 per cent of pregnant women opted for the test in 2017. This percentage is an average based on the entire year of 2017, and it should be noted that the NIPT was introduced in April. The percentage of participating pregnant women was 38.9 per cent in the first three months in 2017, while 4.1 per cent of pregnant women participated in December 2017. The laboratories performed all the blood analyses of the first trimester combined test. The complete risk calculation based on the blood analysis and nuchal translucency was carried out by either the laboratories or by some of the ultrasound scanning centres in the Netherlands. The risk calculations for 61 per cent of the total number of combined tests performed in 2017 were made in the laboratories. Part of this evaluation is based only on the probability calculations provided by the laboratories, supplemented by the complete risk calculations supplied by one regional centre (SPSNN). The maternal age at which the test was most frequently conducted in 2017 varied between the laboratories, with median ages ranging from 31.0 to 32.4. The number of pregnant women who had an increased risk of having a child with Down syndrome varied slightly per laboratory (between 3.4 and 6.8 per cent). These differences are a result of, among other things, the average age of the participating pregnant women, which differed slightly from one region to another.
dc.description.sponsorshipMinisterie van VWSnl
dc.language.isonlnl
dc.publisherRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVMnl
dc.relation.ispartofseriesRIVM briefrapportnl
dc.relation.ispartofseries2018-0108nl
dc.relation.urlhttps://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2018-0108.pdf
dc.subjectscreening laboratoriumnl
dc.subjectkwaliteitsborgingnl
dc.subjectDownsyndroom screeningnl
dc.subjecteerste trimester combinatietestnl
dc.subjectscreening laboratoryen
dc.subjectquality controlen
dc.subjectdown syndrome screeningen
dc.subjectfirst trimester combined testen
dc.subjectRIVM rapport 2018-0108
dc.titleKwaliteitscontrole parameters van de Nederlandse Downsyndroom screening laboratoria met de combinatietest, 2017nl
dc.title.alternativeQuality indicators for Down syndrome screening laboratories in the Netherlands, 2017en
dc.typeReport
dc.contributor.departmentEVG
dc.contributor.divisionGZB
refterms.dateFOA2018-12-13T11:43:51Z
html.description.abstractDe kwaliteit van de eerste trimester combinatietesten op Downsyndroom uitgevoerd door zeven Nederlandse screeningslaboratoria, voldeed in 2017 in het algemeen aan de daarvoor gestelde eisen. Dit blijkt uit een evaluatie van het RIVM. Hiermee wordt voldaan aan de opdracht van het ministerie van VWS aan het RIVM om de kwaliteit van de combinatietest te laten bewaken De screening op het syndroom van Down middels de combinatietest is sinds 1 januari 2007 voor iedereen beschikbaar in een landelijk screeningsprogramma. Later is de screening op de syndromen van Edwards en Patau aan de hand van de combinatietest toegevoegd. Sinds april 2017 wordt de Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) aangeboden als eerste prenatale test op Down-, Edwards-, en Patau syndroom binnen het studieverband van de TRIDENT-2 studie. Hierdoor kozen vele vrouwen voor de NIPT en niet meer voor de combinatietest. Vanwege de teruglopende aantallen zijn 6 van de 7 laboratoria in Nederland vanaf oktober gefaseerd gestopt met het analyseren van de combinatietest. Vanaf 1 december 2017 worden biochemie analyses alleen nog door het Star-SHL laboratorium in Rotterdam gedaan. In 2017 zijn in totaal 21307 screeningstests uitgevoerd; daarmee liet 12,3% van de zwangeren een combinatie test uitvoeren. Dit percentage is een gemiddelde gebaseerd op het totale jaar 2017, waarbij opgelet moet worden dat de NIPT in april 2017 werd ingevoerd. Het deelname percentage in het eerste kwartaal van 2017 was 38,9%, terwijl het deelname percentage aan de combinatietest in december 2017 4,1% was. De laboratoria voeren alle bloedanalyses binnen de combinatietest uit. De kansberekening op basis van die bloedanalyse en de nekplooimeting kan óf door het laboratorium óf door een deel van de echocentra in Nederland worden uitgevoerd. Bij de laboratoria heeft de kansberekening in 2017 voor 61% van de totaal afgenomen combinatietesten plaatsgevonden. Voor de evaluatie van een deel van de kwaliteitsindicatoren waren alleen de gegevens over de kansberekening van de laboratoria beschikbaar. Aanvullend heeft het regionaal centrum Stichting Prenatale Screening Noord Nederland (SPSNN) de perifeer-uitgevoerde berekeningen beschikbaar gesteld. De leeftijd waarop de test in 2017 het meest frequent wordt afgenomen varieert van 31,0 tot 32,4 jaar tussen de laboratoria. Het aandeel zwangeren dat volgens de screeningtest een verhoogde kans heeft op een kind met het syndroom van Down ligt bij alle laboratoria tussen de 3,4 en 6,8 procent. Deze verschillen ontstaan onder andere doordat de gemiddelde leeftijd van zwangeren die voor deze screeningstests kiezen per regio iets verschilt.
html.description.abstractThe first trimester combined test for Down syndrome executed by seven Dutch screening laboratories was in line with the quality requirements in 2017. These are the findings of an assessment by RIVM, meeting the directive of the Dutch Ministry of Health, Welfare and Sport to ensure the quality of the combined test. Since 1 January 2007, screening for Down syndrome with the first trimester combined test has been available to all pregnant women, as part of a nationwide screening programme. Screening for Edwards' syndrome and Patau syndrome was added to the programme later. Starting in April 2017, a new prenatal test, known as the Non-Invasive Prenatal Test (NIPT) has been introduced as another prenatal test in the Netherlands in the TRIDENT-2 study. Due to this new development, many women chose the NIPT over the first trimester combined test. Since December 2017, all laboratories except the Star-SHL laboratory in Rotterdam have stopped analyzing the combined test, due to the reduction of number of participating women. A total of 21,307 screening tests were carried out in 2017, which means that 12.3 per cent of pregnant women opted for the test in 2017. This percentage is an average based on the entire year of 2017, and it should be noted that the NIPT was introduced in April. The percentage of participating pregnant women was 38.9 per cent in the first three months in 2017, while 4.1 per cent of pregnant women participated in December 2017. The laboratories performed all the blood analyses of the first trimester combined test. The complete risk calculation based on the blood analysis and nuchal translucency was carried out by either the laboratories or by some of the ultrasound scanning centres in the Netherlands. The risk calculations for 61 per cent of the total number of combined tests performed in 2017 were made in the laboratories. Part of this evaluation is based only on the probability calculations provided by the laboratories, supplemented by the complete risk calculations supplied by one regional centre (SPSNN). The maternal age at which the test was most frequently conducted in 2017 varied between the laboratories, with median ages ranging from 31.0 to 32.4. The number of pregnant women who had an increased risk of having a child with Down syndrome varied slightly per laboratory (between 3.4 and 6.8 per cent). These differences are a result of, among other things, the average age of the participating pregnant women, which differed slightly from one region to another.


Files in this item

Thumbnail
Name:
2018-0108.pdf
Size:
2.792Mb
Format:
PDF

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record