Ontwikkelingen in emissies en concentraties van ammoniak in Nederland tussen 2005 en 2016
dc.contributor.author | Wichink Kruit, RJ | |
dc.contributor.author | Hoogerbrugge, R | |
dc.contributor.author | Sauter, FJ | |
dc.contributor.author | de Vries, WJ | |
dc.contributor.author | van Pul, WAJ | |
dc.date.accessioned | 2019-01-28T08:07:33Z | |
dc.date.available | 2019-01-28T08:07:33Z | |
dc.date.issued | 2019-01-15 | |
dc.identifier.doi | 10.2194/RIVM-2018-0163 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/10029/622377 | |
dc.description.abstract | Ammoniak heeft effecten op het milieu en de volksgezondheid. Daarom meet het RIVM de concentraties van ammoniak in de lucht. Daarnaast stelt het RIVM vast hoeveel ammoniak elk jaar in Nederland door de industrie, de landbouw, het verkeer en dergelijke wordt uitgestoten (emissie). Voor de meeste luchtvervuilende stoffen zijn de ontwikkelingen van de concentraties in de lucht en de emissies met elkaar in lijn. Sinds 2005 worden echter hogere ammoniakconcentraties in de lucht gemeten, maar zijn de vastgestelde emissies lager. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat driekwart van dit verschil kan worden verklaard door veranderingen in de atmosferische en chemische processen. Door beleidsmaatregelen is de chemische samenstelling van de lucht veranderd. Er worden steeds minder zwavel- en stikstofdioxiden uitgestoten, waardoor de lucht schoner wordt. Deze gassen kunnen met ammoniak fijnstof vormen. Als er minder gassen in de lucht zijn wordt er minder fijnstof gevormd. Er blijft dan meer ammoniak in de lucht aanwezig. Dit verklaart de hogere concentratie van ammoniak in de lucht voor ongeveer 40 procent. Een ander gevolg van de schonere lucht is dat er minder verzurende stoffen in de lucht aanwezig zijn. Hierdoor worden de bodem en de vegetatie minder zuur, met als gevolg dat er minder ammoniak kan neerslaan. Dit verklaart ongeveer 20 procent van de hogere concentratie van ammoniak. De weersomstandigheden, in combinatie met een aantal andere factoren, verklaren ook nog eens 15 procent. De Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) heeft in een recent advies aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) een aantal factoren aangegeven waardoor de emissies tussen 2005 en 2016 mogelijk minder zijn gedaald dan tot nu toe werd aangenomen. Een voorbeeld hiervan is de verminderde werking van combi-luchtwassers. Het RIVM heeft uitgerekend dat met deze factoren het resterende deel van het verschil te verklaren valt. | en_US |
dc.description.sponsorship | Ministerie van LNV | en_US |
dc.language.iso | nl | en_US |
dc.publisher | Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu | en_US |
dc.relation.ispartofseries | RIVM rapport 2018-0163 | en_US |
dc.subject | ammoniak | en_US |
dc.subject | emissies | en_US |
dc.subject | concentratie | en_US |
dc.subject | luchtvervuiling | en_US |
dc.subject | ammonia | en_US |
dc.subject | emissions | en_US |
dc.subject | concentration | en_US |
dc.subject | air pollutants | en_US |
dc.subject | RIVM rapport 2018-0163 | |
dc.title | Ontwikkelingen in emissies en concentraties van ammoniak in Nederland tussen 2005 en 2016 | en_US |
dc.title.alternative | Developments in emissions and concentrations of ammonia in the Netherlands between 2005 and 2016 | en_US |
dc.type | Report | |
refterms.dateFOA | 2019-01-28T08:07:33Z |