Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM rapport 2020-0186Type
ReportLanguage
nl
Metadata
Show full item recordTitle
Feitenrapportage grondwaterkwaliteitsmeetnettenTranslated Title
Report on groundwater quality monitoring networksPubliekssamenvatting
In Nederland worden via meerdere meetnetten gegevens over de kwaliteit van het grondwater verzameld. Hiermee worden concentraties van verschillende stoffen gemeten, waaronder nitraat. Naast een landelijk meetnet heeft elke provincie een eigen meetnet. Zij gebruiken hierbij ook een deel van de landelijke putten; het verschilt per provincie in welke mate. Op hoofdlijnen zijn de resultaten over nitraat van het landelijke meetnet en de provinciale meetnetten hetzelfde, maar er zijn ook verschillen, zeker regionaal. Om het landelijk beleid over de grondwaterkwaliteit te kunnen verantwoorden en te evalueren zijn eenduidige cijfers over de concentraties nodig. Het RIVM beveelt aan om de manier van werken landelijk te verbeteren. De meetnetten hebben verschillende doelen. Het landelijke meetnet, het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit (LMG), wordt onder andere gebruikt voor de verplichte Europese rapportage over nitraat. De meetnetten van de provincies leveren gegevens voor regionale doelen en voor de verplichte Europese rapportage voor de Kaderrichtlijn Water (KRW). Over het algemeen is de dataset van het LMG consistent. De dataset van de provinciale meetnetten zijn dat minder, vooral doordat er minder vaak wordt gemeten. Statistisch onderzoek is nodig om aan te kunnen geven hoe bruikbaar de provinciale gegevens zijn voor de verschillende landelijke toepassingen. Het RIVM doet aanbevelingen om de kwaliteit van de data en het beheer ervan te verbeteren; de provincies werken hier al aan. Deze bevindingen blijken uit een feitenrapportage van het RIVM over de monitoring van de grondwaterkwaliteit in Nederland. De rapportage beschrijft de verschillen en overeenkomsten in de manier waarop de meetnetten zijn ingericht (wie doet wat) en hoe ze worden uitgevoerd (waar, welke stoffen en wanneer). Vanwege de Europese verplichtingen is hierbij vooral gekeken naar de meststof nitraat.Multiple monitoring networks in the Netherlands collect data on the quality of the groundwater and the concentrations of various substances, including nitrate. There is a national monitoring network and each province also has its own monitoring network. The provincial networks use some of the national wells for their sampling, the number varying according to the province in question. Roughly speaking, the nitrate concentrations measured by the national and the provincial monitoring networks are the same, but there are also variations, particularly when it comes to different regions. Clear figures on concentrations are needed to be able to substantiate and evaluate national policy on groundwater quality. RIVM therefore recommends that the methods used be improved nationwide. The monitoring networks have different objectives. The national monitoring network, the National Groundwater Quality Monitoring Network (LMG), is used for the statutory European report on nitrate, among other things. The provincial monitoring networks, on the other hand, yield data for regional objectives and for the statutory European report for the Water Framework Directive (KRW). Datasets from the LMG are generally consistent but datasets from the provincial monitoring networks are less so, primarily because fewer samples are taken. Statistical research is necessary to be able to indicate how usable the provincial data is for the various national applications. RIVM makes recommendations for improving the quality and management of the data. Activities to this end are already ongoing. These were the findings of a report by RIVM on the monitoring of the groundwater quality in the Netherlands. This report describes the differences and similarities between the ways in which the monitoring networks operate (who does what) and how they are implemented (where, what substances are monitored and when). Because of the country’s European obligations, the fertiliser ‘nitrate’ was mainly looked at for the report.
Sponsors
Ministerie van I&Wae974a485f413a2113503eed53cd6c53
10.21945/RIVM-2020-0186
Scopus Count
Collections