Show simple item record

dc.contributor.authorde Knecht, Jnl
dc.contributor.authorMarinkovic, Mnl
dc.contributor.authorDang, Znl
dc.date.accessioned2021-12-20T09:15:02Z
dc.date.available2021-12-20T09:15:02Z
dc.date.issued2021-12-16
dc.identifier.doi10.21945/RIVM-2020-0010nl
dc.identifier.urihttp://hdl.handle.net/10029/625423nl
dc.description.abstractEr bestaan aparte methoden om risico’s van stoffen voor mensen en voor het milieu te beoordelen. Hoewel beide methoden risico’s beoordelen, gebruiken ze andere testmethoden en verschillen de doelen (denk aan effecten op organen bij mensen versus effecten op groepen dieren in het milieu). Toch kan de kwaliteit van een risicoanalyse van een stof beter worden als de resultaten van beide typen risicobeoordelingen worden samengevoegd. Dan kunnen de methoden nog beter aangeven voor welke stoffen de overheid met voorrang beleid moet maken. Ook zijn er mogelijk ook minder dierproeven nodig. Het RIVM heeft daarom de verschillen en overeenkomsten van de risicobeoordelingen voor mens en milieu in kaart gebracht. Hieruit blijkt dat ze vergelijkbare gegevens en modellen gebruiken om te voorspellen hoeveel van een stof in het milieu terechtkomt en aan welke hoeveelheid stoffen mens en dier worden blootgesteld. De hoeveelheden die in verschillende diersoorten terechtkomen zijn echter niet gelijk. Als we diersoorten met elkaar willen vergelijken, is het noodzakelijk om de gehaltes te kennen die in het dier of de mens zitten. Om deze gehalten in een proefdier te bepalen, kunnen modellen worden gebruikt die nabootsen hoe het proefdier stoffen opneemt, verdeelt, verteert en uitscheidt. Lange tijd was er in de wetenschap weinig bekend over de manier waarop stoffen schadelijke effecten veroorzaken in proefdieren en of dat bij verschillende diersoorten op dezelfde manier gebeurt (werkingsmechanisme). De kennis hierover neemt de laatste jaren sterk toe. Wanneer de werking voldoende overeenkomt, kunnen testresultaten van de ene naar de andere soort worden doorvertaald. De resultaten zouden dan kunnen worden gecombineerd met modellen die aangeven hoe een dier op een interne dosis van een stof reageert. Dit kan ook helpen de resultaten van andere (reageerbuis) testmethoden te vertalen naar de reactie in cellen en in het hele organisme.
dc.description.abstractThere are methods to assess risks to humans and methods to assess risks to the environment. Although both involve risk assessment, the test methods and objectives used are different. Nevertheless, by integrating the two types of risk assessment, risk analysis could be strengthened with the possibility of reducing animal testing, prioritizing substances better in order to make a more efficient policy decision. RIVM has compared the assessment methods to determine the differences and similarities and describes the possibilities for achieving more integration. Based on this, it can be concluded that the data and models used to predict the emission and distribution of substances are reasonably comparable and integrated for both risk assessment frameworks. As experimental animals may be exposed differently, extrapolation between species should use more internal rather than external concentrations. For this, use could be made of models that simulate the uptake, distribution, metabolism and elimination of a substance after ingestion by a species. These models, together with models that determine the dose response, can also help to translate the results of alternative (in vitro) test methods into the in vivo situation. Relatively little attention has been paid to the similarities in the processes that underlie the toxicity within the different species, mainly because the knowledge about the mechanism of action was lacking. Due to the recent advances in molecular and biological science, this knowledge is increasing. If there is sufficient evidence that the toxicity in humans and other animal species follow the same adverse outcome pathway, this can be used to extrapolate effects from one species to another and to make better use of alternative testing methods in the risk assessment.
dc.description.sponsorshipDirector General of the RIVMen_US
dc.language.isoenen_US
dc.publisherRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVMnl
dc.relation.ispartofseriesRIVM rapport 2020-0010nl
dc.relation.urlhttps://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2020-0010.pdfnl
dc.subjectRIVM rapport 2020-0010nl
dc.titleInnovating the integration of ecological and human health Risk Assessment: Connecting concepts and cases (IRAC) - Identification phase, parallels and integrationen_US
dc.title.alternativeInnovatie van de integratie van ecologische en humane risicobeoordeling: verbindende concepten en cases (IRAC) - identificatiefase, parallellen en integratienl
dc.typeReporten
refterms.dateFOA2021-12-20T09:15:03Z
html.description.abstractEr bestaan aparte methoden om risico’s van stoffen voor mensen en voor het milieu te beoordelen. Hoewel beide methoden risico’s beoordelen, gebruiken ze andere testmethoden en verschillen de doelen (denk aan effecten op organen bij mensen versus effecten op groepen dieren in het milieu). Toch kan de kwaliteit van een risicoanalyse van een stof beter worden als de resultaten van beide typen risicobeoordelingen worden samengevoegd. Dan kunnen de methoden nog beter aangeven voor welke stoffen de overheid met voorrang beleid moet maken. Ook zijn er mogelijk ook minder dierproeven nodig. Het RIVM heeft daarom de verschillen en overeenkomsten van de risicobeoordelingen voor mens en milieu in kaart gebracht. Hieruit blijkt dat ze vergelijkbare gegevens en modellen gebruiken om te voorspellen hoeveel van een stof in het milieu terechtkomt en aan welke hoeveelheid stoffen mens en dier worden blootgesteld. De hoeveelheden die in verschillende diersoorten terechtkomen zijn echter niet gelijk. Als we diersoorten met elkaar willen vergelijken, is het noodzakelijk om de gehaltes te kennen die in het dier of de mens zitten. Om deze gehalten in een proefdier te bepalen, kunnen modellen worden gebruikt die nabootsen hoe het proefdier stoffen opneemt, verdeelt, verteert en uitscheidt. Lange tijd was er in de wetenschap weinig bekend over de manier waarop stoffen schadelijke effecten veroorzaken in proefdieren en of dat bij verschillende diersoorten op dezelfde manier gebeurt (werkingsmechanisme). De kennis hierover neemt de laatste jaren sterk toe. Wanneer de werking voldoende overeenkomt, kunnen testresultaten van de ene naar de andere soort worden doorvertaald. De resultaten zouden dan kunnen worden gecombineerd met modellen die aangeven hoe een dier op een interne dosis van een stof reageert. Dit kan ook helpen de resultaten van andere (reageerbuis) testmethoden te vertalen naar de reactie in cellen en in het hele organisme.nl
html.description.abstractThere are methods to assess risks to humans and methods to assess risks to the environment. Although both involve risk assessment, the test methods and objectives used are different. Nevertheless, by integrating the two types of risk assessment, risk analysis could be strengthened with the possibility of reducing animal testing, prioritizing substances better in order to make a more efficient policy decision. RIVM has compared the assessment methods to determine the differences and similarities and describes the possibilities for achieving more integration. Based on this, it can be concluded that the data and models used to predict the emission and distribution of substances are reasonably comparable and integrated for both risk assessment frameworks. As experimental animals may be exposed differently, extrapolation between species should use more internal rather than external concentrations. For this, use could be made of models that simulate the uptake, distribution, metabolism and elimination of a substance after ingestion by a species. These models, together with models that determine the dose response, can also help to translate the results of alternative (in vitro) test methods into the in vivo situation. Relatively little attention has been paid to the similarities in the processes that underlie the toxicity within the different species, mainly because the knowledge about the mechanism of action was lacking. Due to the recent advances in molecular and biological science, this knowledge is increasing. If there is sufficient evidence that the toxicity in humans and other animal species follow the same adverse outcome pathway, this can be used to extrapolate effects from one species to another and to make better use of alternative testing methods in the risk assessment.en


Files in this item

Thumbnail
Name:
2020-0010.pdf
Size:
1.541Mb
Format:
PDF

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record