Duurzaam borgen van Welzijn op Recept. Lessen uit de literatuur en actieonderzoek
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM rapport 2024-0027Type
ReportLanguage
nl
Metadata
Show full item recordTitle
Duurzaam borgen van Welzijn op Recept. Lessen uit de literatuur en actieonderzoekTranslated Title
Safeguarding the intervention ‘Welzijn op Recept’ for the long term. Lessons from the literature and an action studyPubliekssamenvatting
De overheid wil meer verbinding leggen tussen het medisch en het sociaal domein. Een voorbeeld daarvan is Welzijn op Recept. Hierbij verwijst de huisarts mensen met lichte psychosociale klachten, zoals eenzaamheid, naar een welzijnscoach in het sociale domein. Deze coach zoekt samen met de cliënt naar een activiteit om het welbevinden te vergroten. Voorbeelden zijn verschillend, variërend van een buurtcentrum bezoeken tot vrijwilligerswerk doen. Het blijkt alleen lastig om het contact tussen de huisarts en de welzijnscoach een vast onderdeel te laten zijn van het lokale zorg- en ondersteuningsaanbod. RIVM en TNO hebben daarom onderzocht wat nodig is om dit beter te realiseren. Het RIVM en TNO adviseren een kernteam op te zetten, waarin alle betrokken partijen zitten. Dat zijn zowel de huisarts en de welzijnscoach, als een vertegenwoordiger uit het management van het gezondheidscentrum of de huisartspraktijk, en de gemeente voor een breed draagvlak. In dit team moet eerst duidelijk worden wat Welzijn op Recept is, voor wie, en wie welke rollen en taken heeft. Daarnaast is blijvende financiering belangrijk en moet de professional genoeg tijd hebben om de patiënt goed te kunnen helpen. Goede samenwerking tussen de betrokken partijen is daarvoor essentieel, net als genoeg aanbod van activiteiten. Om Welzijn op Recept een vaste plek te laten krijgen, is het belangrijk dat zowel de patiënt als professionals de interventie kennen. Ook moet de patiënt bereid zijn om aan activiteiten deel te nemen. Verder is het belangrijk dat de welzijnscoach zichtbaar is in de praktijk, om zo een vertrouwd gezicht te zijn en met wie het makkelijk contact maken is. Daarnaast is het belangrijk dat de huisarts en de welzijnscoach met elkaar in contact blijven, zodat duidelijk is hoe het met de cliënt gaat. Hierdoor krijgt de patiënt vertrouwen in de aanpak. Tot slot is het belangrijk inzicht te krijgen in de effecten van deze interventie en de aanpak onder de aandacht te blijven brengen.The government wants to strengthen the connection between the medical and social domains. The ‘Welzijn op Recept’ (Well-being on prescription) intervention is an example of this. As part of this intervention, general practitioners refer people with mild psychosocial symptoms, such as loneliness, to well-being coaches in the social domain. Together with the client, this coach will then look for an activity to enhance well-being. Examples can vary widely, from visiting the community centre to participating in volunteer work. However, it has proven difficult to make contact between GPs and well-being coaches a structural component of care and support offered at the local level. RIVM and TNO have therefore investigated what is needed to achieve this. RIVM and TNO recommend that GP practices set up a core team, involving all stakeholders, to generate broad support. The stakeholders in question include the GP, the well-being coach, a municipal representative and someone from the health centre’s or GP practice’s management team. The core team should first establish what ‘Welzijn op Recept’ entails, for whom it is intended and who should take on which roles and tasks. Moreover, structural funding is important, and the professionals involved should have enough time to help patients effectively. Effective cooperation between the stakeholders is crucial in this regard, as is a sufficient range of activities. To make sure that ’Welzijn op Recept’ becomes a fixed component of the care and support offered at the local level, it is important for both patients and professionals to be aware that this intervention exists. Also, patients must be prepared to take part in activities. Furthermore, wellbeing coaches must be visible in practices to make them a familiar face and lower the threshold for contact. Additionally, the GP and the wellbeing coach must maintain contact, so it is clear how the patient is doing. This will give the patient confidence in the approach. Finally, it is important to gain insight into the effects of this intervention and to keep making people aware of this approach.
ae974a485f413a2113503eed53cd6c53
10.21945/RIVM-2024-0027
Scopus Count
Collections