Eindrapport Herkenbare en Aanspreekbare wijkverpleging. Ontwikkelingen en lessen 2021-2023
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM rapport 2023-0469Type
ReportLanguage
nl
Metadata
Show full item recordTitle
Eindrapport Herkenbare en Aanspreekbare wijkverpleging. Ontwikkelingen en lessen 2021-2023Translated Title
Visible and accessible district nursing: final report. Developments and lessons 2021–2023Publiekssamenvatting
De wijkverpleging in Nederland is sterk versnipperd. Daardoor is niet altijd duidelijk welke organisaties in welke wijk werken, welke zorg ze leveren en of ze plek hebben voor een nieuwe patiënt. Hierdoor kost het huisartsen, ziekenhuizen, patiënten en naasten veel tijd om de juiste zorg te vinden. Om dit te verbeteren, zijn organisaties die wijkverpleging aanbieden de afgelopen jaren meer gaan samenwerken. Dat maakt het in een wijk duidelijker waar deze zorg te vinden is en welke zorg ze precies leveren (herkenbaarheid). Zij delen de verantwoordelijkheid om de juiste zorg te organiseren met de huisarts, het ziekenhuis en het sociaal domein bij gemeenten (aanspreekbaarheid). Het RIVM onderzocht hoe de herkenbaarheid en aanspreekbaarheid zich hebben ontwikkeld tussen 2021 en 2023. Deze eindevaluatie toont aan dat zorgvragen beter en sneller worden opgepakt als organisaties voor wijkverpleging meer samenwerken. Dat helpt onderling en in de samenwerking met de huisarts, ziekenhuizen en het sociaal domein. Ook kunnen wijkverpleegkundigen hierdoor efficiënter met andere zorgprofessionals samenwerken. Als wijkverpleegkundigen samen de aanvragen bespreken, kunnen ze beter bepalen wie welke zorg kan leveren. In sommige regio’s kunnen aanvragen voor wijkverpleging bij één centraal aanmeldpunt worden gedaan. Zorgaanvragers kunnen zo de zorg beter vinden. Ook is het duidelijker welke zorg zij kunnen verwachten als betrokken organisaties op dezelfde manier werken. De meeste wijkverpleegkundigen vinden deze samenwerking dan ook heel belangrijk. Niet alleen om efficiënter te kunnen werken, maar ook vanwege de stijgende vraag naar zorg en de personeelstekorten. Ook kunnen zorgprofessionals dan beter van elkaars kennis en ervaringen leren. De samenwerking wordt onder andere nog bemoeilijkt doordat gegevens van patiënten niet makkelijk uit te wisselen zijn. Dat komt doordat ICTsystemen van zorgorganisaties niet op elkaar aansluiten. In de zorgakkoorden die zijn opgesteld, is hiervoor aandacht.District nursing in the Netherlands has become highly fragmented. As a result, it is not always clear which organisations are active in which districts, what type of care they provide and whether they have capacity to accept new patients. All of this makes it time-consuming for general practitioners (GPs), hospitals, patients and their families to find the right care. To improve this, district nursing organisations have started to cooperate more in recent years. This makes it clearer where this type of care can be found in a particular district and what care is exactly provided (visibility). The district nursing organisations share responsibility for organising appropriate care with GPs, hospitals and the municipal social services (accessibility). RIVM examined how visibility and accessibility developed between 2021 and 2023. This final report shows that care demands are met better and faster when district nursing organisations cooperate more. It helps them to support each other and to work more closely with GPs, hospitals and the municipal social services. It also allows district nurses to work more efficiently with other healthcare professionals. District nurses who discuss requests for care together are better able to determine who can provide certain care. Some regions have set up central offices to handle all incoming requests. This makes it easier for those requesting care to find the care they need. In addition, the adoption by the organisations involved in similar working methods makes it clearer for those requesting care what type of care they can expect. Most district nurses therefore consider this cooperation very important – not only because it allows them to work more efficiently, but also because of the rising demand for care and staff shortages. Finally, cooperation allows care professionals to learn more effectively from each other’s knowledge and experiences. At present, cooperation is still complicated by – among other things – the fact that patient data cannot be easily exchanged. This is because the ICT systems of care organisations are not connected with each other. The national care agreements that have been drawn up address this bottleneck.
ae974a485f413a2113503eed53cd6c53
10.21945/RIVM-2023-0469
Scopus Count
Collections