Show simple item record

dc.contributor.authorHendrix PAM
dc.contributor.authorMeinardi CR
dc.contributor.otherRijkswaterstaat, Directie Limburg/ Universiteit Utrechten_US
dc.date.accessioned2007-02-23T15:32:12Z
dc.date.available2007-02-23T15:32:12Z
dc.date.issued2004-12-23en_US
dc.identifier500003003en_US
dc.identifier.urihttp://hdl.handle.net/10029/8942
dc.description.abstractThe southernmost part of the Netherlands consists of plateaus, covered by loamy soils and intersected by deep valleys. The streams are fed by numerous springs. The investigation documented here evaluated the relationship between spring water quality and loads at land surface, caused mainly by fertilisation and aerial deposition. Spring surveying, well suited to determining groundwater quality, was used. Investigations at 79 springs and 12 brooks consisted of field measurements and water sampling for analysing major components, 49 trace elements and the isotopes 3H and 18O. Evaluation of results showed some determinations to be not very reliable and in need of substantial adaptations. Studying concentrations in groundwater and springs involved travel times in the soil to be derived from tritium concentrations. The relationship established here enabled surficial loads to be compared with spring water concentrations. Loamy soils in Limburg show similar trends to sandy soils where nitrate is concerned. Nitrate concentrations in groundwater and springs of more than 50 mg/l occur in a majority of cases, depending on travel times in the soil. Denitrification in deeper layers was found to have a minor impact. Concentrations for many trace elements correspond to basic values derived for fresh groundwater, implying a negligible dissolution of soil minerals. Concentrations of phosphate and ammonium are relatively low. Elaboration of previous measurements supported the modelled relationship between increasing loads at land surface and spring water quality.
dc.description.abstractHet doel van het onderzoek aan bronnen in Zuid-Limburg was de waterkwaliteit te bepalen als gevolg van de belasting aan maaiveld door landbouw en atmosferische depositie. De bronnen voeren grondwater af. Nutrienten in water bepalen mede de ecologische toestand die voor het waterbeheer van belang is. In meerderheid zijn de nitraatconcentraties in grond- en bronwater hoger dan 50 mg/l en afhankelijk van reistijden in de bodem. In Zuid-Limburg zijn eenmalig 79 bronnen en 12 bronbeken onderzocht in najaar 2001. Het onderzoek omvatte veldmetingen en laboratoriumanalyses van de hoofcomponenten, van 49 spoorelementen en van de isotopen 3H en 18O. Uit een onderlinge vergelijking bleek dat sommige bepalingen minder betrouwbaar waren, zodat ze ingrijpend moesten worden bewerkt. De concentraties in bronwater hangen samen met een veranderende belasting aan maaiveld en reistijden van het water in de bodem, die zijn bepaald met tritium. Limburgse lossgronden blijken een met zandgronden vergelijkbare uitspoeling van nitraat te hebben. Denitrificatie in de diepere bodem is van weinig betekenis. Voor veel spoorelementen komen de concentraties overeen met de basiswaarden voor zoet grondwater. De bodem draagt praktisch niet bij aan de concentraties. De concentraties van ammonium- en fosfaat zijn relatief laag in het bronwater. De resultaten zijn vergeleken met eerder onderzoek. De toename van de gemiddelde concentraties van diverse stoffen hangt samen met een toegenomen bemesting.
dc.format.extent1180000 bytesen_US
dc.format.extent1245498 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonlen_US
dc.publisherRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVMen_US
dc.relation.ispartofseriesRIVM rapport 500003003en_US
dc.relation.urlhttp://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/500003003.htmlen_US
dc.subject.otherspringsen
dc.subject.othersourcesen
dc.subject.otherbrooksen
dc.subject.othergroundwateren
dc.subject.otherwater qualityen
dc.subject.othernitratesen
dc.subject.othertrace elementsen
dc.subject.otheragricultureen
dc.subject.otherdepositionen
dc.subject.othernutrientsen
dc.subject.otherlimburgen
dc.subject.othertravel timesen
dc.subject.otherwaterbronnennl
dc.subject.otherbekennl
dc.subject.othergrondwaternl
dc.subject.otherwaterkwaliteitnl
dc.subject.othernitraatnl
dc.subject.othersporenelementennl
dc.subject.otherlandbouenl
dc.subject.otherdepositienl
dc.subject.othernutrientennl
dc.subject.otherlimburgnl
dc.subject.otherreistijdennl
dc.titleBronnen en bronbeken van Zuid-Limburg; De kwaliteit van grondwater, bronwater en beekwateren_US
dc.title.alternativeSprings and small streams in Southern-Limburg; Quality of groundwater, spring water and streamsen_US
dc.typeReport
dc.contributor.departmentLDLen_US
refterms.dateFOA2018-12-18T15:58:24Z
html.description.abstractThe southernmost part of the Netherlands consists of plateaus, covered by loamy soils and intersected by deep valleys. The streams are fed by numerous springs. The investigation documented here evaluated the relationship between spring water quality and loads at land surface, caused mainly by fertilisation and aerial deposition. Spring surveying, well suited to determining groundwater quality, was used. Investigations at 79 springs and 12 brooks consisted of field measurements and water sampling for analysing major components, 49 trace elements and the isotopes 3H and 18O. Evaluation of results showed some determinations to be not very reliable and in need of substantial adaptations. Studying concentrations in groundwater and springs involved travel times in the soil to be derived from tritium concentrations. The relationship established here enabled surficial loads to be compared with spring water concentrations. Loamy soils in Limburg show similar trends to sandy soils where nitrate is concerned. Nitrate concentrations in groundwater and springs of more than 50 mg/l occur in a majority of cases, depending on travel times in the soil. Denitrification in deeper layers was found to have a minor impact. Concentrations for many trace elements correspond to basic values derived for fresh groundwater, implying a negligible dissolution of soil minerals. Concentrations of phosphate and ammonium are relatively low. Elaboration of previous measurements supported the modelled relationship between increasing loads at land surface and spring water quality.
html.description.abstractHet doel van het onderzoek aan bronnen in Zuid-Limburg was de waterkwaliteit te bepalen als gevolg van de belasting aan maaiveld door landbouw en atmosferische depositie. De bronnen voeren grondwater af. Nutrienten in water bepalen mede de ecologische toestand die voor het waterbeheer van belang is. In meerderheid zijn de nitraatconcentraties in grond- en bronwater hoger dan 50 mg/l en afhankelijk van reistijden in de bodem. In Zuid-Limburg zijn eenmalig 79 bronnen en 12 bronbeken onderzocht in najaar 2001. Het onderzoek omvatte veldmetingen en laboratoriumanalyses van de hoofcomponenten, van 49 spoorelementen en van de isotopen 3H en 18O. Uit een onderlinge vergelijking bleek dat sommige bepalingen minder betrouwbaar waren, zodat ze ingrijpend moesten worden bewerkt. De concentraties in bronwater hangen samen met een veranderende belasting aan maaiveld en reistijden van het water in de bodem, die zijn bepaald met tritium. Limburgse lossgronden blijken een met zandgronden vergelijkbare uitspoeling van nitraat te hebben. Denitrificatie in de diepere bodem is van weinig betekenis. Voor veel spoorelementen komen de concentraties overeen met de basiswaarden voor zoet grondwater. De bodem draagt praktisch niet bij aan de concentraties. De concentraties van ammonium- en fosfaat zijn relatief laag in het bronwater. De resultaten zijn vergeleken met eerder onderzoek. De toename van de gemiddelde concentraties van diverse stoffen hangt samen met een toegenomen bemesting.


Files in this item

Thumbnail
Name:
500003003.pdf
Size:
1.187Mb
Format:
PDF

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record