Prospectief Vaccinatie Onderzoek. Antistofrespons bij kinderen in het Rijksvaccinatieprogramma. Eindrapportage
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM rapport 000016001Type
ReportReport
Language
nl
Metadata
Show full item recordTitle
Prospectief Vaccinatie Onderzoek. Antistofrespons bij kinderen in het Rijksvaccinatieprogramma. EindrapportageTranslated Title
Prospective Vaccination Study. Antibody response in children during the National Childhood Immunisation Programme. Final reportPubliekssamenvatting
A longitudinal survey has started in 1980 to investigate the serological response after vaccination of children in the National Childhood Immunisation Programme (RVP) in the Netherlands. Through (para)medical journals future parents were asked to have their children participate in the study. A total of 142 children were included. Blood samples were taken just before and approximately one month after each vaccination. In 1997, when the children were 12 to 17 years old (median 15.5 years), a final blood sample was taken to assess the persistence of antibody levels over a longer period. Geometric mean titres and (where possible) percentages of children with protective antibody levels against diphtheria, tetanus, polio-, pertussis, measles, mumps, and rubella were determined. Overall, vaccination induced good responses to all antigens. Besides, the booster responses in 4 and 9-years-olds demonstrated the presence of an immunological memory for diphtheria, tetanus and polio. Children with a primary vaccine failure to the first measles vaccination all responded with a titre rise after the second vaccination. This underlines the need for the second MMR vaccination at the age of 9 years, as introduced in the RVP in 1987.In 1980 is een longitudinaal onderzoek gestart naar de antistofrespons op vaccinaties verricht in het kader van het Rijksvaccinatie Programma (RVP). Via (para)medische tijdschriften werden aanstaande ouders benaderd voor deelname van hun kinderen aan het onderzoek. In de studie zijn 142 kinderen geincludeerd waarbij vlak voor en ongeveer een maand na elke vaccinatie een bloedmonster is afgenomen. In 1997, toen de kinderen tussen de 12 en 17 jaar oud waren (mediaan 15,5 jaar), werd het laatste bloedmonster afgenomen om de persistentie van antistoffen over een langere periode vaststellen. Geometrisch gemiddelde titers en (indien mogelijk) de percentages kinderen met een beschermende antistoftiter tegen difterie, tetanus, polio, kinkhoest, mazelen, bof en rubella zijn bepaald.Over het algemeen leidde vaccinatie tot een goede respons tegen alle antigenen. Bovendien wijst de boosterrespons in 4- en 9-jarige kinderen op het bestaan van een immunologisch geheugen voor difterie, tetanus en polio. Alle kinderen met een "primair vaccinfalen" na de eerste mazelen vaccinatie reageerden met een titerstijging na de tweede vaccinatie. Dit onderstreept het belang van de tweede BMR-vaccinatie op 9-jarige leeftijd zoals die in 1987 in het RVP is ingevoerd.
Collections