Show simple item record

dc.contributor.authorLeest LATM
dc.contributor.authorDis SJ van
dc.contributor.authorVerschuren WMM
dc.date.accessioned2007-02-26T15:57:48Z
dc.date.available2007-02-26T15:57:48Z
dc.date.issued2002-04-22en_US
dc.identifier261858006en_US
dc.identifier.urihttp://hdl.handle.net/10029/9166
dc.description.abstractThe Netherlands Heart Foundation is planning to formulate a policy with respect to the prevention of cardiovascular diseases in non-Western immigrants. To decide which subgroup and which lifestyle and risk factors have the highest priority, it is important to accumulate information on the extent of these factors in the different ethnic groups. Information on illness, use of health care, morbidity and mortality in relation to cardiovascular diseases can also give an indication of which subgroup is confronted with the greatest burden of cardiovascular diseases. Of the cardiovascular lifestyle factors and risk factors, nutritional behaviour (more fruit, more vegetables and less saturated fatty acids) and the prevalence of hypercholesterolemia showed a more favourable profile in immigrants than in the native Dutch population. Overweight, physical activity, hypertension and diabetes mellitus seem to be more prevalent in non-Western immigrants, particularly in older people. Smoking habits in immigrants are strongly gender-linked: Turkish men smoke considerably more, while, for example, Moroccan women, in general, don't smoke. Turkish, Moroccan and Surinam immigrants use primary health care more than Dutch people and more frequently. The use of secondary health care (contacts with specialists) is similar and no differences were observed between immigrants and native Dutch with regard to hospitalisation. Turkish people report more symptoms, consult a specialist and are hospitalised more often for CHD problems. On the other hand, it seems that the diagnosis of CHD and the use of pharmaceuticals for CHD occur less among Turkish people. Moroccans have fewer CHD symptoms and get fewer diagnoses. The Surinam people experience more CHD symptoms and are more often diagnosed with CHD. There is only one study known (not so recent and using quite small numbers) on CHD mortality in immigrants. Some caution is required when interpreting the results in view of one or more of the following remarks. The numbers participating in the studies were usually small, most of the results were based on self-reported data and not all of the studies were recent.
dc.description.abstractDe Nederlandse Hartstichting is voornemens haar beleid t.a.v. preventie van hart- en vaatziekten (HVZ) mede op de doelgroep niet-westerse allochtonen te gaan richten. Om te beslissen welke (sub)groep allochtonen en welke leefstijl- of risicofactoren de hoogste prioriteit hebben binnen dit beleid, is het belangrijk om in kaart te brengen hoe deze factoren verdeeld zijn over de diverse groepen allochtonen. Ook informatie over ziekte, zorggebruik en sterfte in relatie tot HVZ geeft aanwijzingen binnen welke groep het risico op HVZ het grootst is. Binnen de leefstijl- en risicofactoren van HVZ lijken voedingsgewoonten (meer fruit, groenten en minder verzadigde vetten) en het voorkomen van hypercholesterolemie gunstig af te steken ten opzichte van de autochtone bevolking. Sommige factoren lijken meer voor te komen bij vooral oudere allochtonen: overgewicht, lichamelijke inactiviteit, hypertensie en diabetes mellitus. Het rookgedrag bij allochtonen is zeer sterk geslachtsgebonden: Turkse mannen roken beduidend meer, terwijl bijvoorbeeld Marokkaanse vrouwen niet roken. Turken, Marokkanen en Surinamers maken vaker gebruik van huisartsenzorg dan autochtone Nederlanders. Ongeveer evenveel allochtonen als autochtonen hebben jaarlijks contact met de specialist of worden jaarlijks opgenomen in het ziekenhuis. Turken hebben meer klachten, raadplegen vaker de specialist en worden vaker opgenomen in het ziekenhuis in verband met hartklachten. HVZ en ook het medicijngebruik gerelateerd aan HVZ is bij Turken lager. Marokkanen hebben minder klachten en diagnosen met betrekking tot hart - en vaatziekten. Surinamers hebben vaker klachten, er wordt vaker de diagnose 'HVZ' gesteld. Over sterfte aan HVZ bij allochtonen is een onderzoek bekend. Dit onderzoek is van oudere datum en de aantallen waarop de resultaten gebaseerd zijn, zijn klein. Bij de interpretatie van de resultaten is enige voorzichtigheid geboden, omdat in de meeste onderzoeken waaruit de resultaten afkomstig zijn het aantal geincludeerde personen klein was, en / of de dataverzameling op basis van zelfrapportage heeft plaatsgevonden en / of het onderzoek relatief oud was.
dc.format.extent722000 bytesen_US
dc.format.extent738439 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonlen_US
dc.publisherRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVMen_US
dc.relation.ispartofseriesRIVM rapport 261858006en_US
dc.relation.urlhttp://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/261858006.htmlen_US
dc.titleHart- en vaatziekten bij allochtonen in Nederland. Een cijfermatige verkenning naar leefstijl- en risicofactoren, ziekte en sterfteen_US
dc.title.alternativeCardiovascular diseases in non-Western immigrants in the Netherlands. An exploratory study into lifestyle, risk factors, morbidity and mortalityen_US
dc.typeReport
dc.contributor.departmentCZEen_US
refterms.dateFOA2018-12-18T16:31:03Z
html.description.abstractThe Netherlands Heart Foundation is planning to formulate a policy with respect to the prevention of cardiovascular diseases in non-Western immigrants. To decide which subgroup and which lifestyle and risk factors have the highest priority, it is important to accumulate information on the extent of these factors in the different ethnic groups. Information on illness, use of health care, morbidity and mortality in relation to cardiovascular diseases can also give an indication of which subgroup is confronted with the greatest burden of cardiovascular diseases. Of the cardiovascular lifestyle factors and risk factors, nutritional behaviour (more fruit, more vegetables and less saturated fatty acids) and the prevalence of hypercholesterolemia showed a more favourable profile in immigrants than in the native Dutch population. Overweight, physical activity, hypertension and diabetes mellitus seem to be more prevalent in non-Western immigrants, particularly in older people. Smoking habits in immigrants are strongly gender-linked: Turkish men smoke considerably more, while, for example, Moroccan women, in general, don't smoke. Turkish, Moroccan and Surinam immigrants use primary health care more than Dutch people and more frequently. The use of secondary health care (contacts with specialists) is similar and no differences were observed between immigrants and native Dutch with regard to hospitalisation. Turkish people report more symptoms, consult a specialist and are hospitalised more often for CHD problems. On the other hand, it seems that the diagnosis of CHD and the use of pharmaceuticals for CHD occur less among Turkish people. Moroccans have fewer CHD symptoms and get fewer diagnoses. The Surinam people experience more CHD symptoms and are more often diagnosed with CHD. There is only one study known (not so recent and using quite small numbers) on CHD mortality in immigrants. Some caution is required when interpreting the results in view of one or more of the following remarks. The numbers participating in the studies were usually small, most of the results were based on self-reported data and not all of the studies were recent.
html.description.abstractDe Nederlandse Hartstichting is voornemens haar beleid t.a.v. preventie van hart- en vaatziekten (HVZ) mede op de doelgroep niet-westerse allochtonen te gaan richten. Om te beslissen welke (sub)groep allochtonen en welke leefstijl- of risicofactoren de hoogste prioriteit hebben binnen dit beleid, is het belangrijk om in kaart te brengen hoe deze factoren verdeeld zijn over de diverse groepen allochtonen. Ook informatie over ziekte, zorggebruik en sterfte in relatie tot HVZ geeft aanwijzingen binnen welke groep het risico op HVZ het grootst is. Binnen de leefstijl- en risicofactoren van HVZ lijken voedingsgewoonten (meer fruit, groenten en minder verzadigde vetten) en het voorkomen van hypercholesterolemie gunstig af te steken ten opzichte van de autochtone bevolking. Sommige factoren lijken meer voor te komen bij vooral oudere allochtonen: overgewicht, lichamelijke inactiviteit, hypertensie en diabetes mellitus. Het rookgedrag bij allochtonen is zeer sterk geslachtsgebonden: Turkse mannen roken beduidend meer, terwijl bijvoorbeeld Marokkaanse vrouwen niet roken. Turken, Marokkanen en Surinamers maken vaker gebruik van huisartsenzorg dan autochtone Nederlanders. Ongeveer evenveel allochtonen als autochtonen hebben jaarlijks contact met de specialist of worden jaarlijks opgenomen in het ziekenhuis. Turken hebben meer klachten, raadplegen vaker de specialist en worden vaker opgenomen in het ziekenhuis in verband met hartklachten. HVZ en ook het medicijngebruik gerelateerd aan HVZ is bij Turken lager. Marokkanen hebben minder klachten en diagnosen met betrekking tot hart - en vaatziekten. Surinamers hebben vaker klachten, er wordt vaker de diagnose 'HVZ' gesteld. Over sterfte aan HVZ bij allochtonen is een onderzoek bekend. Dit onderzoek is van oudere datum en de aantallen waarop de resultaten gebaseerd zijn, zijn klein. Bij de interpretatie van de resultaten is enige voorzichtigheid geboden, omdat in de meeste onderzoeken waaruit de resultaten afkomstig zijn het aantal geincludeerde personen klein was, en / of de dataverzameling op basis van zelfrapportage heeft plaatsgevonden en / of het onderzoek relatief oud was.


Files in this item

Thumbnail
Name:
261858006.pdf
Size:
721.1Kb
Format:
PDF

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record