Projections of multi-gas emissions and carbon sinks, and marginal abatement cost functions modelling for land-use related sources
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM rapport 461502026Type
ReportLanguage
en
Metadata
Show full item recordTitle
Projections of multi-gas emissions and carbon sinks, and marginal abatement cost functions modelling for land-use related sourcesTranslated Title
Projecties van multi-gas emissies en koolstof vastlegging, en de modellering van marginale kosten functies voor landgebruik gerelateerde bronnenPubliekssamenvatting
This report presents estimates of the costs of abatement of greenhouse gas emissions associated with landfills as a source of methane (CH4), sewage as a source of methane and nitrous oxide (CH4 and N2O, respectively) and carbon (C) sequestration in forest plantations. This is done in the form of so-called Marginal Abatement Cost (MAC) curves. The potential for emission abatement is based on the GECS baseline scenario for the period 1995-2030 for agriculture, and land use developed with the IMAGE 2.2 model framework. The cost categories distinguished for the different emission reduction measures (ERM) include investment costs, and operation and maintenance costs, and possible revenues. These costs and revenues vary on the basis of regional estimates of costs for investments and labour, and savings and revenues. In the GECS baseline scenario the CH4 emissions from landfills and sewage strongly increase in most world regions between 1995 and 2030 as a result of fast population growth and urbanization. As a consequence, the potential emission reduction also increases. For the estimation of the implementation degree of ERMs, assumptions are used on the basis of literature data. Costs of C plantations include those for land, forest establishment, land preparation, plant material, planting, and operation and maintenance of the plantation. The costs of C sequestration are obtained by combining the annuitized costs per hectare for each region with the per hectare average annual C sequestration rate; These costs are calculated as the mean during a 50-year period. The former Soviet Union has by far the highest potential for C sequestration at relatively low costs. Results for full implementation indicate the C sequestration potential, while results for lower implementation degrees illustrate the effect of socio-economic and other barriers that prevent realization of carbon plantations. The MAC curves developed cannot be directly used in combination with other than the GECS scenario, since both the potential emission abatement and the degree of implementation of ERMs need to be adjusted to the different scenario context. The MAC curves developed in this study and in other bottom-up costing studies are discontinuous, because ERMs are assumed to be implemented one-by-one on the basis of their cost-effectiveness.Dit rapport presenteert de schatting van kosten voor de bestrijding van broeikasgasemissies. Het gaat daarbij om de emissies van methaan (CH4) bij vuilstortplaatsen en van methaan (CH4) en lachgas (N2O) bij afvalwaterbehandeling. Tevens worden de kosten geschat van koolstofvastlegging in bos- of koolstofplantages. Dit gebeurt met behulp van zogenaamde marginale kostencurves. Het potentieel van de emissiereductie is gebaseerd op het GECS basisscenario voor landbouw en landgebruik in de periode van 1995 - 2030 zoals dat is ontwikkeld met het IMAGE 2.2 model. De kostensoorten van de verschillende maatregelen voor emissiereductie zijn: investeringskosten, operationele kosten en ook eventuele opbrengsten. Deze kosten en opbrengsten varieren op basis van regionale schattingen van kosten voor investeringen en arbeid en besparingen en opbrengsten. In het GECS baseline scenario stijgen de emissies afkomstig van vuilstortplaatsen en afvalwater in vrijwel alle wereldregio's tussen 1995 en 2030 als gevolg van de snelle bevolkingsgroei en urbanisatie. Door de toenemende emissie stijgt ook het reductiepotentieel aanzienlijk. Voor het schatten van de graad van implementatie van maatregelen zijn er aannames gebruikt op basis van literatuur gegevens. De kostensoorten die worden onderscheiden bij de koolstofvastlegging in plantages zijn de kosten voor land, het kweken van de bomen, grondbewerking, plantkosten en de jaarlijks terugkerende onderhouds- en operationele kosten. Door het combineren van de berekende jaarkosten per hectare voor elke regio met de gemiddelde jaarlijkse koolstofvastlegging per hectare worden de kosten van de koolstofvastlegging verkregen. De kosten zijn berekend als een gemiddelde over een periode van 50 jaar. De voormalige Sovjet Unie heeft met afstand het grootste potentieel voor koolstofvastlegging, tegen ook nog lage kosten. De resultaten bij veronderstelling van 100% implementatie geven het volledige potentieel weer, terwijl resultaten bij de lagere implementatie graad aangeven wat het effect zou kunnen zijn van sociaal-economische en andere barri{res die realisatie van bosaanplant voor koolstofvastlegging verhinderen. De marginale kostencurves die zijn ontwikkeld, kunnen niet zomaar worden gebruikt in combinatie met andere dan het GECS baseline scenario, omdat zowel de potentiele emissiereductie als de graad van implementatie van maatregelen aangepast dienen te worden aan de specifieke scenariocontext. De marginale kostencurves ontwikkeld in deze studie en in andere zogenaamde 'bottum-up' kosten studies zijn discontinue omdat wordt aangenomen dat ze een voor een worden geimplementeerd op basis van hun kosteneffectiviteit.
Collections