Exploring post-Kyoto climate regimes for differentiation of commitments to stabilise greenhouse gas concentrations
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Authors
Elzen MGJ denSeries/Report no.
RIVM Rapport 728001020Type
ReportLanguage
en
Metadata
Show full item recordTitle
Exploring post-Kyoto climate regimes for differentiation of commitments to stabilise greenhouse gas concentrationsTranslated Title
Evaluatie van post-Kyoto klimaat regimes voor internationale lastenverdeling om de concentraties van broeikasgassen te stabiliserenPubliekssamenvatting
This report aims at exploring the implications of various international climate regimes for differentiating future commitments compatible with Article 2 of Climate Change Convention, i.e. stabilising the greenhouse gas concentration at a 'non-dangerous' level. Three climate regimes are explored: (1) Multi-stage approach, gradual increase in the number of Parties involved and their level of commitment according to participation and differentiation rules, (2) Contraction & Convergence approach, with universal participation and a convergence of per capita emissions; (3) Triptych approach, a sector and technology-oriented approach, reflecting processes of technological improvement and transition to a low-carbon economy. The FAIR (Framework to Assess International Regimes for the differentiation of commitments) model is used to explore the implications of these regimes on future emission allowances. It is not the objective to reach any conclusions about what type of regime would be preferred. The quantification analysis of each of the approaches shows that for stabilising CO2 concentration at 450 ppmv by 2100, substantive reductions of Annex I emissions are needed, as well as timely participation of the non-Annex I countries in global emissions control. The schemes are also qualitatively evaluated on criteria for environmental effectiveness, equity, flexibility and operational requirements.Een beschrijving is gemaakt van een analyse voor het (kwantitatief) verkennen van verschillende regimes voor internationale lastenverdeling voor het klimaatbeleid, in overeenstemming met doelstellingen voor bescherming van het klimaat. Dit is gedaan op basis van de doelstelling, geformuleerd in Artikel 2 van het internationale Klimaatverdrag UNFCCC, de stabilisatie van de concentraties van broeikasgassen op een "veilig" niveau. Het FAIR model (Framework to Assess International Regimes for differentiation of commitments) is gebruikt voor de kwantitatieve analyse. Drie verschillende benaderingen voor internationale lastenverdeling-regimes zijn geanalyseerd: 1. 'Multi-stage' (toenemende participatie): in deze benadering neemt het aantal landen en hun inspanningsniveau geleidelijk toe op basis van regels en criteria voor zowel deelname als bijdrage; 2. Convergentie: in deze benadering nemen alle partijen direct deel aan een emissierechtenregime, waarbij de toegestane emissieruimte in de tijd convergeert van het bestaande naar een gelijk hoofdelijk niveau; 3. Triptiek, een sector- en technologiegeorienteerde benadering. De methode is gebaseerd op gedifferentieerde doelstellingen voor verschillende sectoren, en daarmee leidt de methode tot overdacht van technologie naar ontwikkelingslanden, almede de transitie naar een lage koolstof economie. Voor elk van de regimes worden voorbeelden gepresenteerd, die alle wijzen op vergaande reducties van de Annex I emissies na 2010. Voor het bereiken van de concentratie stabilisatie doelstelling is het strikt noodzakelijk dat ontwikkelingslanden voor 2030 gaan deelnemen aan het reductieregime. Verder zijn de drie regimes geevalueerd op criteria voor milieueffectiviteit, gelijkheid, flexibiliteit en operationele eisen.
Collections