INterACTIE met provinciale ruimte. Rapportage provinciale proefprojecten LeefOmgevingsVerkenner
dc.contributor.author | Nijs T de | |
dc.contributor.author | Groothuysen W | |
dc.contributor.author | Vught J van | |
dc.contributor.author | Strien C van | |
dc.contributor.author | Trijssenaar T | |
dc.contributor.author | Laar H van | |
dc.contributor.other | IPO | en_US |
dc.contributor.other | Provincie Utrecht | en_US |
dc.contributor.other | Provincie Noord-Holland | en_US |
dc.contributor.other | Provincie Drenthe | en_US |
dc.date.accessioned | 2007-02-27T12:49:11Z | |
dc.date.available | 2007-02-27T12:49:11Z | |
dc.date.issued | 2004-04-23 | en_US |
dc.identifier | 408505005 | en_US |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/10029/9486 | |
dc.description.abstract | In the framework of a joint agreement between the Interprovincial Organisation (IPO) and the National Institute of Public Health and the Environment (RIVM) in the Netherlands, the Environment Explorer was evaluated for applicability on the regional scale by the provinces of Utrecht and Noord-Holland. After receiving a short introduction to Environment Explorer, the two provincial teams were supported in their use of the system by an external expert, allowing them to broaden their knowledge on its operation. After three months of support, the teams compiled their experience, including a long list of suggested improvements, to form the core of the evaluation presented here. They found the Environment Explorer capable of playing a major role in the (integrated) assessment of different policy fields associated with the preparation of strategic spatial environmental plans. Furthermore, the application of the system on the provincial scale should be enhanced by a scenario management system, keeping track of assumptions and their consequences, and the data involved. To sustain further development of the Environment Explorer, the current collaboration between IPO and RIVM should be converted into a broader formal, long-term joint agreement involving other relevant (research) institutes. | |
dc.description.abstract | In samenwerking tussen IPO en RIVM is de toepasbaarheid van de LeefOmgevingsVerkenner op provinciaal niveau geevalueerd bij de provincies Utrecht en Noord-Holland. De LeefOmgevingsVerkenner is een nationaal georienteerd, ruimtelijk allocatiemodel en wordt ontwikkeld door het RIVM, in samenwerking met AVV, RIZA en RIKZ. Beide provincies zijn ondersteund bij het gebruik van de LeefOmgevingsVerkenner en hebben beter kennis kunnen maken met het instrument. Hun ervaringen staan centraal in deze rapportage. Na een korte introductie van de LeefOmgevingsVerkenner volgen hun bijdragen die daarna in een breder perspectief worden geplaatst. De projectgroep komt, op basis van de ervaringen met het instrument, tot de conclusie dat "de LeefOmgevingsVerkenner, indien voorzien van de nodige aanvullingen, een goede rol kan spelen bij de afweging van de belangen van de verschillende beleidsvelden die betrokken zijn bij de voorbereiding van, met name, strategische omgevingsplannen. Het kan snel de consequenties van bepaalde beleidskeuzen visualiseren, concretiseert impliciet gemaakte afwegingen en vormt daarmee vanuit communicatief oogpunt een waardevolle aanvulling op de normale planningspraktijk". Vanuit beide provincies is een top 5 samengesteld van de meest gewenste aanpassingen en uitbreidingen van de LeefOmgevingsVerkenner. Met name de ontwikkeling van een scenariomanagementsysteem, om het model makkelijker toegankelijk te maken en overzicht te houden over aannames, consequenties en de aanwezige data, wordt sterk aanbevolen. Daarnaast is een conclusie van de werkgroep dat het huidige samenwerkingsverband tussen RIVM en IPO een formeler kader dient te krijgen waarbij ook andere relevante kennisinstituten worden betrokken | |
dc.format.extent | 938000 bytes | en_US |
dc.format.extent | 971599 bytes | |
dc.format.mimetype | application/pdf | |
dc.language.iso | nl | en_US |
dc.publisher | Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM | en_US |
dc.relation.ispartofseries | RIVM Rapport 408505005 | en_US |
dc.relation.url | http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/408505005.html | en_US |
dc.subject.other | planning | en |
dc.subject.other | physical planning | en |
dc.subject.other | land use | en |
dc.subject.other | counties | en |
dc.subject.other | effects | en |
dc.subject.other | economy | en |
dc.subject.other | demography | en |
dc.subject.other | ecology | en |
dc.subject.other | planologie | nl |
dc.subject.other | ruimtelijke ordening | nl |
dc.subject.other | grondgebruik | nl |
dc.subject.other | provincies | nl |
dc.subject.other | effecten | nl |
dc.subject.other | economie | nl |
dc.subject.other | demografie | nl |
dc.subject.other | ecologie | nl |
dc.title | INterACTIE met provinciale ruimte. Rapportage provinciale proefprojecten LeefOmgevingsVerkenner | en_US |
dc.title.alternative | INterACTION with space in the province: Provincial pilot projects with the Environment Explorer | en_US |
dc.type | Report | |
dc.contributor.department | MNV | en_US |
refterms.dateFOA | 2018-12-18T17:19:26Z | |
html.description.abstract | In the framework of a joint agreement between the Interprovincial Organisation (IPO) and the National Institute of Public Health and the Environment (RIVM) in the Netherlands, the Environment Explorer was evaluated for applicability on the regional scale by the provinces of Utrecht and Noord-Holland. After receiving a short introduction to Environment Explorer, the two provincial teams were supported in their use of the system by an external expert, allowing them to broaden their knowledge on its operation. After three months of support, the teams compiled their experience, including a long list of suggested improvements, to form the core of the evaluation presented here. They found the Environment Explorer capable of playing a major role in the (integrated) assessment of different policy fields associated with the preparation of strategic spatial environmental plans. Furthermore, the application of the system on the provincial scale should be enhanced by a scenario management system, keeping track of assumptions and their consequences, and the data involved. To sustain further development of the Environment Explorer, the current collaboration between IPO and RIVM should be converted into a broader formal, long-term joint agreement involving other relevant (research) institutes. | |
html.description.abstract | In samenwerking tussen IPO en RIVM is de toepasbaarheid van de LeefOmgevingsVerkenner op provinciaal niveau geevalueerd bij de provincies Utrecht en Noord-Holland. De LeefOmgevingsVerkenner is een nationaal georienteerd, ruimtelijk allocatiemodel en wordt ontwikkeld door het RIVM, in samenwerking met AVV, RIZA en RIKZ. Beide provincies zijn ondersteund bij het gebruik van de LeefOmgevingsVerkenner en hebben beter kennis kunnen maken met het instrument. Hun ervaringen staan centraal in deze rapportage. Na een korte introductie van de LeefOmgevingsVerkenner volgen hun bijdragen die daarna in een breder perspectief worden geplaatst. De projectgroep komt, op basis van de ervaringen met het instrument, tot de conclusie dat "de LeefOmgevingsVerkenner, indien voorzien van de nodige aanvullingen, een goede rol kan spelen bij de afweging van de belangen van de verschillende beleidsvelden die betrokken zijn bij de voorbereiding van, met name, strategische omgevingsplannen. Het kan snel de consequenties van bepaalde beleidskeuzen visualiseren, concretiseert impliciet gemaakte afwegingen en vormt daarmee vanuit communicatief oogpunt een waardevolle aanvulling op de normale planningspraktijk". Vanuit beide provincies is een top 5 samengesteld van de meest gewenste aanpassingen en uitbreidingen van de LeefOmgevingsVerkenner. Met name de ontwikkeling van een scenariomanagementsysteem, om het model makkelijker toegankelijk te maken en overzicht te houden over aannames, consequenties en de aanwezige data, wordt sterk aanbevolen. Daarnaast is een conclusie van de werkgroep dat het huidige samenwerkingsverband tussen RIVM en IPO een formeler kader dient te krijgen waarbij ook andere relevante kennisinstituten worden betrokken |