Vaccine-induced antibody responses as parameters of the influence of endogenous and environmental factors
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM Rapport 640800001Type
ReportLanguage
en
Metadata
Show full item recordTitle
Vaccine-induced antibody responses as parameters of the influence of endogenous and environmental factorsTranslated Title
Vaccinatietiters als indicator voor effecten van endogene en omgevingsfactorenPubliekssamenvatting
The most adequate way to assess effects of environmental exposures on the immune system using laboratory animals is to study effects on antigen-specific immune responses, such as after sensitization to T cell dependent antigens. Most likely, this also applies for testing effects in the human population. For this reason it has been suggested to utilize antibody responses to vaccination as readout. In addition to environmental factors, vaccination responses may be influenced by a variety of other factors. One factor is the vaccine itself, and the vaccination procedure. In addition, the intrinsic capacity of the recipient to respond to a vaccine is important, which is determined by genetic factors and age. Also psychological stress, nutrition, and (infectious) diseases are likely to have an impact. The present report reviews the literature. It appears that with regard to exogenous factors, there is good evidence that smoking, food, psychological stress, and certain infectious diseases have an impact on vaccination titers, although it is difficult to state the magnitude. Genetic factors render certain individuals non-responsive to vaccination. In general, the conclusion is that in epidemiological studies of adverse effects of exposure to agents in the environment, in which vaccination titers are used, these additional factors need to be taken into consideration. Provided that these factors are corrected for, a study that shows an association of exposure to a given agent with diminished vaccination responses may indicate a suboptimal function of the immune system, and clinically relevant diminished immune response. It is quite unlikely that environmental exposures that affect responses to vaccination, may in fact abrogate protection to the specific pathogen for which vaccination was meant. Only in those cases, where individuals have a poor response to the vaccine, exogenous factors may perhaps have a clinically significant influence on resistance to the specific pathogen for which the vaccination was meant. An exposure-associated inhibition of a vaccination response may, however, signify a decreased host resistance to pathogens against which no vaccination had been performed.De beste manier om in het proefdier effecten op het immuunsysteem vast te stellen, is de bestudering van effecten op antigeen specifieke immuunresponsen, bijvoorbeeld na sensibilisatie met T-cel afhankelijke antigenen. Waarschijnlijk gaat dit ook op voor het testen van effecten in de bevolking. Om die reden is gesuggereerd antilichaam responsen na vaccinatie als uitleessysteem te gebruiken. Naast omgevingsfactoren worden vaccinatieresponsen beinvloed door andere factoren. Een factor die van grote invloed is, is het vaccin zelf en de procedure om te vaccineren. Daarnaast is de intrinsieke capaciteit van de recipient om te reageren van belang; dit wordt bepaald door genetische factoren en de leeftijd. Daarnaast zijn psychologische stress, voeding en ziekte (waaronder infectieziekten) van belang. In het rapport wordt een overzicht gegeven van de literatuur over invloeden op vaccinatieresponsen. Het blijkt dat voor wat betreft exogene factoren er duidelijk aanwijzingen zijn dat roken, voeding, psychologische stress en bepaalde infectieziekten een effect op vaccinatieresponsen hebben, maar dat het moeilijk is vast te stellen wat het relatieve belang ervan is. Bekend is dat genetische factoren sommige individuen voor sommige vaccins ongevoelig maken. Een algemene conclusie is dat in epidemiologische studies, waarbij nadelige effecten van blootstelling aan omgevingsfactoren op het immuunsysteem worden bestudeerd, en waarbij vaccinatietiters worden gebruikt, die additionele factoren in aamerking genomen dienen te worden. Indien voor deze additionele factoren wordt gecorrigeerd, kan een studie waarbij associatie wordt gevonden van een verminderde vaccinatierespons met blootstelling aan een omgevingsfactor indiceren dat het immuunsysteem suboptimaal functioneert. Het is niet waarschijnlijk dat een dergelijk effect zal inhouden dat bescherming waarvoor de vaccinatie was bedoeld wordt aangetast. Alleen in die gevallen waarbij individuen een matige respons vertonen, zouden nadelige effecten wellicht tot een klinische significante afname van bescherming kunnen leiden. Meer in het algemeen zou kunnen worden vastgesteld dat een afname in vaccinatierespons aan kan geven dat er een verminderde weerstand zou kunnen bestaan tegen pathogenen waartegen niet is gevaccineerd.
Collections