Lagas Pvan den Berg Rvan den Berg SWondergem-van Eijk JAAM2012-12-122012-12-121988-06-30http://hdl.handle.net/10029/256712Uit de resultaten blijkt dat geen uitspoeling van chloorfenolen heeft plaatsgevonden voor de 6 grondkolommen. De massabalansen van de kolommen lieten zien dat 85-100% van de individuele chloorfenolen niet werden teruggevonden ten gevolge van biodegradatie of vorming van niet-extraheerbaar gebonden residuen ; 0-15% was extraheerbaar geadsorbeerd. Vooral in de kalkhoudende gronden was biodegradatie het overheersende proces. Tussen de modelresultaten en de resultaten van kolomexperimenten bestond een redelijk goede overeenkomst. De verschillen konden worden verklaard en enkele parameters konden worden bijgesteld. Het aldus aangepaste model voorspelt dat het risico voor uitspoeling van chloorfenolen of fenolaat in de veldsituatie klein is in geval van diffuse verontreinigingen. Met betrekking tot het risico van accumulatie van chloorfenolen, voorspelt het model dat, afhankelijk van het immissieniveau, de Nederlandse grenswaarden, voor een multifunctionele bodem kunnen worden overschreden in de bovenste paar centimeter van het bodemprofiel.<br>application/pdf58 p1416 kbnlchloorfenolbodemgedrag13Gedrag en effecten van chloorfenolen in de bodemBehaviour and effects of chloorphenols in the soilReport2012-12-12