GreveP.A.JanssenG.E.2012-12-132012-12-131984-08-03http://hdl.handle.net/10029/262448De monsters (25-26 van iedere soort) werden onderzocht op aldrin, dieldrin, broompropylaat, chloorthalonil, p,p'-DDE, o,p'-DDE, p,p'-DDT, TDE, dichlofluanide, dichloran, endosulfan (alfa en beta), alfa-HCH, beta-HCH, heptachloor, hexachloorbenzeen, lindaan, permethrin (cis en trans), propachloor, quintozeen, pentachlooraniline, pentachloorthioanisool, tolylfluanide en vinchlozolin. In de kool- en preimonsters werden in enige gevallen residuen gevonden, die echter alle onder de toegestane maximumwaarden lagen. In de wortelmonsters werden vaak residuen aangetroffen, waarvan drie boven de toegestane maximumwaarden lagen, t.w. twee voor hexachloorbenzeen en een voor propachloor. In de uimonsters werd geen enkel residu van de bovengenoemde verbindingen aangetroffen.Abstract not available0 pnlvgz;Onderzoek naar het voorkomen van elektroncaptieve verbindingen in ui-, wortel-, kool- en preimonstersInvestigation on the occurrence of electroncaptive compounds in onion, carrot, cabbage en leek samplesReport2012-12-13