GestelC.A.M.vanDisW.A.van2012-12-122012-12-121986-07-31http://hdl.handle.net/10029/262226Nadat medio 1984 een kweek van de regenwormensoort Eisenia andrei was gestart werd een aantal toxiciteitstoetsen uitgevoerd met deze soort volgens de door de OECD in richtlijn nr.207 beschreven filtreerpapiercontact-toets en de artificial soil test. Daarnaast werd een humusarme, vrij zure zandgrond in het onderzoek meegenomen teneinde effecten van grondsoort en pH op de toxiciteit te kunnen vaststellen. Hoofdstuk 2 beschrijft de opzet en ervaringen met de kweek van E.andrei. De toxiciteit van de vier getoetste stoffen nam, zoals uit de resultaten van het toxiciteitsonderzoek (Hoofdstuk 3) bleek, in alle gevallen in dezelfde volgorde toe: cadmium < 3,4-dichlooraniline < pentachloorfenol < chlooraceetamide. Verder wordt geconcludeerd (Hoofdstuk 4) dat zowel de pH als het gehalte aan organische stof de toxiciteit kunnen beinvloeden, echter met niet meer dan een factor 3-4.Abstract not available0 pnlkweeklc50phgrondsoortmh;De acute toxiciteit van cadmium, chlooraceetamide, 3,4-dichlooraniline en pentachloorfenol voor regenwormenThe acute toxicity of cadmium, chloroacetamide, 3,4-dichloraniline and pentachlorophenol to earthwormsReport2012-12-12