Loading...
The practicability of the integrated probabilistic risk assessment (IPRA) approach for substances in food
Citations
Altmetric:
Series / Report no.
RIVM report 320121001
Open Access
Type
Report
Language
en
Date
2009-09-04
Research Projects
Organizational Units
Journal Issue
Title
The practicability of the integrated probabilistic risk assessment (IPRA) approach for substances in food
Translated Title
De bruikbaarheid van een geintegreerde probabilistische (IPRA) methodiek voor de risicobeoordeling van stoffen in voeding
Published in
Abstract
Het RIVM heeft de IPRA-methode succesvol toegepast om de gezondheidsrisico's voor de mens van vijf stoffen in voeding te beschrijven. Deze methode is ontwikkeld om de risico's gedetailleerd te kunnen beschrijven als uit klassieke risicobeoordelingen blijkt dat er risico's zijn, of als risico's voor de gezondheid niet uitgesloten kunnen worden. Met de IPRA-methode is het mogelijk om aan te geven welk deel van de bevolking risico loopt nadat zij aan stoffen is blootgesteld en hoe ernstig de effecten op de gezondheid zijn. Op basis van deze informatie kan de overheid vervolgens doelgerichte acties ondernemen om de schadelijke gezondheidseffecten te voorkomen. Verwacht wordt dat de methode ook voor andere stoffen bruikbaar is.
Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM in samenwerking met Biometris en RIKILT, beide onderdeel van Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA).
Voor het onderzoek zijn de risico's beschreven van twee schimmeltoxinen (DON en T-2/HT-2), een zwaar metaal (cadmium), een bestrijdingsmiddelengroep (OPs) en een stof die in verhitte zetmeelproducten voorkomt (acrylamide). Met behulp van de IPRA-methode wordt de hoeveelheid van een stof die een populatie via voedsel binnenkrijgt vergeleken met de maximale dosis die veilig wordt geacht. Verschillen tussen personen en onzekerheden in de berekeningen zijn hierin meegenomen. De blootstellingen van deze vijf stoffen blijven volgens de methode onder de gestelde grenzen, en dus zijn de gezondheidrisico's verwaarloosbaar.
Verder kan met de methode inzichtelijk worden gemaakt welke aanvullende gegevens verzameld kunnen worden om de risicobeoordeling te verbeteren. Hierdoor is doelgericht vervolgonderzoek mogelijk.
In the Netherlands, the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) has successfully applied the IPRA approach to assess the human health risks of five substances in food. This method has been developed so that health risks can be described in more detail when a classical risk assessment has shown either that there is a risk or a risk cannot be excluded. Using the IPRA approach enables more information to be gained on the fraction of the affected population in relation to the severity of the effect. Based on this information, authorities can then take targeted measures to prevent any risk to human health. It is expected that the IPRA methodology will be suitable for use with other substances.
The above has been concluded from research performed by the RIVM in collaboration with Biometris and RIKILT - organizations that fall under Wageningen University and Research Centre. The research was commissioned by the Dutch Food and Consumer Product Safety Authority (VWA).
In the present study, the risks of two mycotoxins (DON and T-2/HT-2), one heavy metal (cadmium), one group of pesticides (OPs), and one compound (acrylamide) which is formed during the heating of food containing high levels of starch are described. The IPRA approach enables the amount of a substance with which a population is exposed to that substance through food to be compared with the maximum safe level. Differences between individuals and possible calculation errors have been accounted for. The IPRA showed that the exposure of the five substances studied was below the levels considered safe. The health risks can therefore be considered negligible.
Furthermore, the method can provide more insight on which additional information could be gathered in order to improve the risk assessment. This would help targeted follow-up research to take place.
Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM in samenwerking met Biometris en RIKILT, beide onderdeel van Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA).
Voor het onderzoek zijn de risico's beschreven van twee schimmeltoxinen (DON en T-2/HT-2), een zwaar metaal (cadmium), een bestrijdingsmiddelengroep (OPs) en een stof die in verhitte zetmeelproducten voorkomt (acrylamide). Met behulp van de IPRA-methode wordt de hoeveelheid van een stof die een populatie via voedsel binnenkrijgt vergeleken met de maximale dosis die veilig wordt geacht. Verschillen tussen personen en onzekerheden in de berekeningen zijn hierin meegenomen. De blootstellingen van deze vijf stoffen blijven volgens de methode onder de gestelde grenzen, en dus zijn de gezondheidrisico's verwaarloosbaar.
Verder kan met de methode inzichtelijk worden gemaakt welke aanvullende gegevens verzameld kunnen worden om de risicobeoordeling te verbeteren. Hierdoor is doelgericht vervolgonderzoek mogelijk.
In the Netherlands, the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) has successfully applied the IPRA approach to assess the human health risks of five substances in food. This method has been developed so that health risks can be described in more detail when a classical risk assessment has shown either that there is a risk or a risk cannot be excluded. Using the IPRA approach enables more information to be gained on the fraction of the affected population in relation to the severity of the effect. Based on this information, authorities can then take targeted measures to prevent any risk to human health. It is expected that the IPRA methodology will be suitable for use with other substances.
The above has been concluded from research performed by the RIVM in collaboration with Biometris and RIKILT - organizations that fall under Wageningen University and Research Centre. The research was commissioned by the Dutch Food and Consumer Product Safety Authority (VWA).
In the present study, the risks of two mycotoxins (DON and T-2/HT-2), one heavy metal (cadmium), one group of pesticides (OPs), and one compound (acrylamide) which is formed during the heating of food containing high levels of starch are described. The IPRA approach enables the amount of a substance with which a population is exposed to that substance through food to be compared with the maximum safe level. Differences between individuals and possible calculation errors have been accounted for. The IPRA showed that the exposure of the five substances studied was below the levels considered safe. The health risks can therefore be considered negligible.
Furthermore, the method can provide more insight on which additional information could be gathered in order to improve the risk assessment. This would help targeted follow-up research to take place.
Description
Publisher
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
RIKILT
Biometris
RIKILT
Biometris
Sponsors
VWA