De microbiologische kwaliteit van het ingenomen en afgeleverde water van Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosch in 2001
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM rapport 330250002Type
ReportLanguage
nl
Metadata
Show full item recordTitle
De microbiologische kwaliteit van het ingenomen en afgeleverde water van Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosch in 2001Translated Title
Microbiological quality of source water and water produced by Water storage company Brabantse Biesbosch in 2001Publiekssamenvatting
Om van het afgeleverde water van Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosch (WBB) drinkwater te maken dat voldoet aan de eisen uit het Nederlands Waterleidingbesluit dienen de zuiveringsprocessen de aantallen Campylobacter met minimaal 6,5 tot 7,3 log10-eenheden en de aantallen reo- en enterovirussen met minimaal 2,8 tot 3,6 log10 eenheden reduceren. Drinkwater dat aan deze eisen voldoet zal bij consumptie minder dan 1 infectie per 10.000 personen per jaar veroorzaken. In 2001 is onderzoek gedaan naar het voorkomen van noro- en rotavirussen in zowel het ingenomen als het afgeleverde water van WBB en werden de aantallen kweekbare entero- en reovirussen in deze wateren bepaald. Tevens werden de aantallen Campylobacter in het afgeleverde water bepaald. In het ingenomen water werden kweekbare reo- en enterovirussen in concentraties van 0,01 tot 1 virusdeeltje per liter aangetroffen. In het afgeleverde water werden eveneens kweekbare reo- en enterovirussen aangetoond, de gemiddelde concentratie bedroeg 0,001 tot 0,007 kweekbaar virusdeeltje per liter. De decimale reductie door de spaarbekkens van WBB bedroeg voor reovirussen 1,4 log10-eenheden en voor enterovirussen 2,1 log10-eenheden. Zowel in het ingenomen als in het afgeleverde water werd met moleculaire methoden geen RNA van rotavirussen aangetoond. Norovirus RNA werd zowel in enkele monsters van het ingenomen als van het afgeleverde water aangetroffen. De decimale reductie van norovirus RNA door de spaarbekkens bedroeg 0,6 log10-eenheden. Campylobacter werd aangetoond in 84 % van de monsters van het afgeleverde water, met een gemiddeld meest waarschijnlijk aantal van 6,9 bacterien per liter.Production of drinking water from the drinking water half-product produced by Water storage company Brabantse Biesbosch (WBB) to meet the requirements of the Dutch Drinking Water Act requires drinking water purification processes to reduce the number of Campylobacter by a minimum of 6.5 tot 7.3 log10-units and the number of culturable reo- and enteroviruses by a minimum of 2.8 tot 3.6 log10-units. Drinking water meeting these requirements is responsible for less than one infection in 10,000 persons per year. In 2001 the occurrence of noro- and rotaviruses in both the source and the water produced by WBB was studied, whereas the number of culturable reo- and enteroviruses in these waters was determined. Campylobacter numbers were determined in the produced water. The source water contained culturable reo- and enteroviruses in concentrations of 0.01 to 1 virus particle per litre. The water produced also contained culturable reo- and enteroviruses, with an average concentration was 0.001 to 0.007 culturable virus particles per litre. The decimal reduction caused by the WBB storage reservoirs was 1.4 log10-units for reoviruses and 2.1 log10-units for enteroviruses. Molecular methods did not detect rotavirus RNA in either the source water or the produced water. Norovirus RNA, however, was detected in several samples of source and produced water. The decimal reduction capacity of the WBB storage reservoirs for the norovirus RNA was 0.6 log10-units. Campylobacter was detected in 84 % of the samples of the produced water, the average most probable number was 6.9 per litre.
Publisher
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVMEvides
Rotterdam
Kiwa Water Research
Nieuwegein
Sponsors
Waterwinningbedrijf Brabantse BiesboschCollections
Related items
Showing items related by title, author, creator and subject.
-
Nanodeeltjes in waterStruijs J; van de Meent D; Peijnenburg WJGM; Heugens E; de Jong W; Hagens W; de Heer C; Hofman J; Roex E; LER (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVMKiwa Water ResearchRijkswaterstaat Waterdienst, 2007-11-06)De komende jaren krijgen we steeds vaker te maken met nanotechnologie. Nanodeeltjes bieden nieuwe mogelijkheden, omdat ze klein zijn. Nanotechnologie wordt nu al gebruikt in bijvoorbeeld autolak, autobanden, schoenspray en zonnebrandcreme. De markt voor nanotechnologie groeit dan ook razendsnel. Onderzoekers en gebruikers zijn het met elkaar eens: deze nieuwe technologie gaat veel betekenen. Maar bij nieuwe technologieen horen onzekerheden. Wat precies de voor- en nadelen zijn, kan niemand nog volledig inschatten. Het toenemende gebruik en de groeiende (maatschappelijke) aandacht voor de risico's van nanotechnologieen vormden de aanleiding voor een uitgebreide literatuurstudie naar de mogelijke toepassingen en risico's. Deze studie richt zich daarbij specifiek op het watermilieu en drinkwater. Het rapport 'Nanodeeltjes in water' is een gezamenlijk project van Rijkswaterstaat, Kiwa Water Research, Vewin en het RIVM; laatstgenoemde is door de regering aangewezen als 'observatiepost nanotechnologie'. De studie geeft een overzicht van de beschikbare informatie over kansen en bedreigingen van nanotechnologie in relatie tot water . Het beschrijft de tot nu toe bekende effecten van nanodeeltjes voor het watermilieu en voor de mens en de mogelijkheden voor toepassing in de (drink)waterzuivering. Er zijn echter nog diverse kennislacunes, waardoor het moeilijk is de risico's in te schatten. Daarom geeft het rapport ook aan welke zaken nog moeten worden onderzocht om beter zicht op de risico's te krijgen. Daarnaast geeft het rapport inzicht in de nationale en Europese regelgeving die betrekking heeft op nanodeeltjes. Kortom: een overzichtsrapport dat inzicht geeft in wetenschappelijke stand van zaken rond nanotechnologie in relatie tot water. Het is daarmee een aanzet voor verder onderzoek en kan als basis dienen voor beleid en regelgeving.
-
Uitvoering van maatregelen bij winningen drinkwater : Implementation of measures at drinking water extraction sitesWuijts S; van den Brink C; DDB; M&V (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVMRoyal Haskoning DHV, 2015-08-25)Sinds enkele jaren worden in Nederland programma's opgesteld met afspraken over maatregelen die nodig zijn om de risico's voor de kwaliteit van bronnen van drinkwater weg te nemen of te voorkomen. Of met deze maatregelen Nederland ook zal kunnen voldoen aan de concrete kwaliteitsdoelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) voor bronnen van drinkwater, is nog niet duidelijk. Uit een inventarisatie van het RIVM blijkt dat hierover zorg bestaat bij de betrokken partijen (provincies, drinkwaterbedrijven en waterbeheerders). Wel is de bewustwording van de kwetsbaarheid van de waterwinningen bij deze partijen vergroot, evenals de betrokkenheid om mee te werken aan oplossingen. De programma's zijn onder regie van provincies en waterbeheerders opgesteld. Een van de problemen die bij de bescherming van de kwaliteit van de drinkwaterbronnen speelt is dat verschillende kaders, zoals de Drinkwaterwet en de Wet bodembescherming, van toepassing zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor historische bodemverontreinigingen en het gebruik van mest. Hierdoor kan het voorkomen dat betrokken partijen voldoen aan hun wettelijke verplichtingen voor de bodem maar er toch een probleem blijft bestaan voor de kwaliteit van het water dat bestemd is voor de drinkwatervoorziening. Daarnaast zijn lozingen van vervuilende stoffen op oppervlaktewater lastig aan te pakken. Dat komt doordat veel partijen, zowel binnen Nederland als daarbuiten, betrokken zijn en ieders verantwoordelijkheid hierin niet helemaal duidelijk is. De Drinkwaterwet biedt hiervoor wel allerlei handvaten, maar die moeten wel nader worden uitgewerkt en in de praktijk gebracht.
-
Gebiedsdossiers voor drinkwaterbronnen, uitwerking van risico's en ontwikkeling van maatregelenWuijts S; van Rijswick HFMW; Dik HHJ; IMD (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVMUniversiteit UtrechtDepartement RechtsgeleerdheidDisciplinegroep Staats- en BestuursrechtCentrum voor Omgevingsrecht en -beleid/NILOS, 2008-02-19)Om de waterwinning voor drinkwater te kunnen beschermen blijken zogeheten gebiedsdossiers een nuttig instrument om informatie te bundelen die van invloed is op de waterkwaliteit van de winning. Op basis van deze informatie kunnen effectieve beschermingsmaatregelen, gericht op preventie en risicobeheersing, worden ontwikkeld. Het gebiedsdossier vult het bestaande beschermingsbeleid aan. In opdracht van het ministerie van VROM heeft het RIVM een protocol opgesteld om een gebiedsdossier te ontwikkelen. Dit protocol is uitgewerkt voor drie typen waterwinning (grondwater, oevergrondwater en oppervlaktewater). Het instituut beveelt aan het instrument juridisch te verankeren in de Drinkwaterwet, zo nodig ook in de Wet Milieubeheer, en een centrale regierol bij een overheidsinstantie neer te leggen. Bij de uitvoering van maatregelen zijn verschillende overheden betrokken. Daarom is het belangrijk om bij de bestuurlijke besluitvorming over gebiedsdossiers de regierol bij een overheidsinstantie neer te leggen. Omdat provincies een verantwoordelijkheid hebben op het gebied van milieu, water en ruimtelijke ordening lijkt deze rol daar het beste te passen. Dit is de uitkomst van een workshop over gebiedsdossiers die in november 2007 plaatsvond bij het RIVM. Bij de workshop waren vertegenwoordigers van het Rijk, provincies, gemeenten, waterbeheerders en waterleidingbedrijven aanwezig. Tijdens de workshop werden de resultaten van het project gebiedsdossiers bediscussieerd. Gebiedsdossiers kunnen ook voor andere waterwinningen voor menselijke consumptie van toepassing zijn. Bijvoorbeeld om beschermingsbeleid te formuleren voor industriele grondwaterwinningen voor de productie van bier en frisdrank. Hiermee geeft Nederland invulling aan de verplichtingen van de Kaderrichtlijn Water voor industriele waterwinningen.