• Login
    View Item 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • RIVM official reports
    • View Item
    •   Home
    • RIVM official reports
    • RIVM official reports
    • View Item
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    RIVM Publications RepositoryCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit Date

    My Account

    LoginRegister

    Statistics

    Display statistics

    Scenarios for global emissions from air traffic. The development of regional and gridded (5 degrees x 5 degrees) emissions scenarios for aircraft and for surface sources, based on CPB scenarios and existing emission inventories for aircraft and surface sources

    • CSV
    • RefMan
    • EndNote
    • BibTex
    • RefWorks
    Average rating
     
       votes
    Cast your vote
    You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item. When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
    Star rating
     
    Your vote was cast
    Thank you for your feedback
    Authors
    Olivier JGJ
    Type
    Report
    Language
    en
    
    Metadata
    Show full item record
    Title
    Scenarios for global emissions from air traffic. The development of regional and gridded (5 degrees x 5 degrees) emissions scenarios for aircraft and for surface sources, based on CPB scenarios and existing emission inventories for aircraft and surface sources
    Translated Title
    Scenario's voor mondiale emissies van vliegverkeer. De ontwikkeling van regionale en gegridde (5 graden x 5 graden) emissiescenario's voor luchtvaart en grondbronnen, gebaseerd op CPB scenario's en bestaande emissie-inventarsiaties voor vliegverkeer en grondbronnen
    Publiekssamenvatting
    Een schatting is gemaakt van de huidige mondiale emissies van vliegverkeer met behulp van statistische informatie over brandstofverbruik, vliegtuigtypen en de toepassing van emissiefactoren voor verschillende stoffen. Voor scenario's van toekomstige emissies van vliegverkeer zijn aannames gebruikt over de volume-ontwikkeling van vliegverkeer, de ontwikkeling van het specifiek energieverbruik en voor de emissiefactoren. Tevens zijn enkele varianten opgesteld van scenario's waarin extra emissiereducerende maatregelen verondersteld zijn. In samenwerking met het Britse Department of Trade and Industry (DTI) zijn met het DTI-luchtvaartmodel scenario's voor de volume-ontwikkeling van de mondiale luchtvaart opgesteld waarbij de economische groeicijfers zijn gebruikt van drie door het Centraal Plan Bureau gedefinieerde scenario's genaamd 'European Renaissance' (ER), 'Global Shift' (GS) en 'Balanced Growth' (BG). Samen met veronderstellingen voor de ontwikkeling van specifiek brandstofverbruik en emissiefactoren zijn hiermee mondiale emissiescenario's voor luchtvaart opgesteld voor 2003 en 2015. De huidige trend van broeikasgasemissies door vliegverkeer vertoont in de periode 1990-2015 een aanzienlijke autonome groei van 140 tot 190% voor NOx en tussen 180 en 250% voor andere stoffen. De ontwikkeling van de wereldwijde emissies van broeikasgassen door vliegverkeer is tamelijk ongevoelig voor de verschillen tussen de economische scenario's die gebruikt zijn. Ten opzichte van andere energie-gerelateerde emissies is de groei van luchtvaartemissies groter, omdat luchtverkeer naar verwachting sneller zal groeien dan het overige energiegebruik. Er is ook een schatting gemaakt van het maximale mondiale effect van beleidsmaatregelen gericht op de reductie van luchtvaartemissies. Afhankelijk van de stof zouden de emissies in 2015 aanmerkelijk gereduceerd kunnen worden ten opzichte van de referentiescenario's (gemiddeld zo'n 25%), indien een zwaar pakket van maatregelen volledig geimplementeerd zou worden (zonder zgn. retrofits bij de bestaande luchtvloot). Het cumulatieve effect van een geintegreerd (technisch, operationeel en economisch) pakket van reductiemaatregelen kan aanzienlijk zijn, in het bijzonder bij de emissies van NOx. De resultaten laten zien dat een aanzienlijke beperking - en in sommige gevallen zelfs een reductie in absolute zin - van de autonome groei van de emissies zou kunnen worden bereikt, mits de veronderstelde sterke technologische ontwikkeling inderdaad plaats vindt en deze nieuwe technologie ook volledig wordt toegepast, en wordt gecombineerd met andere, stringente (operationele en economische) beleidsmaatregelen. De berekende toekomstige mondiale emissies zijn drie-dimensional verdeeld met behulp van de 3D-luchtvaartdatabase van Warren Spring Laboratory (WSL) (nu: AEA, Harwell) en emissiefactoren opgesteld door WSL en het Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium (NLR). De gegevens van deze database zijn opgenomen in Versie 1 van de Emissions Database for Global Atmospheric Research (EDGAR) van het RIVM, en vervolgens bewerkt tot drie-dimensionale emissieverdelingen voor de jaren 2003 en 2015. Vlieghoogte per vliegtuigtype en tijdverdeling (over maanden) zijn daarbij constant verondersteld. Samen met tijdprofielen, die ontwikkeld zijn door bewerking van gegevens van McDonnell-Douglas, zijn deze emissiescenario's gebruikt worden voor atmosferisch-chemisch onderzoek. Door de combinatie van resultaten van een luchtvaart-scenariomodel met een luchtvaart-emissiedatabase op grid, zijn voor toekomstige jaren 3-dimensionale ruimtelijke verdelingen van luchtvaartemissies verkregen, die gebaseerd zijn op bekende en goed gedocumenteerde basisscenarios. Dit maakt het mogelijk om een geintegreerde analyse te maken van de atmosferische effecten van de emissies van luchtverkeer tegen de achtergrond van andere emissiebronnen. Deze resultaten zijn een 'ruimtelijke aanvulling' van de geaggregeerde vergelijking tussen de totale luchtvaart en wereldwijde grondemissies zoals hierboven beschreven en verschaffen informatie voor analyse van de milieu-effecten van de emissies door atmosferisch-chemische modellen.
    An estimate was made of present global emissions from air traffic using statistical information on fuel consumption, aircraft types and applying emission factors for various compounds. To generate scenarios for future emissions from air traffic, assumptions were used regarding the development of the volume of air traffic, of specific fuel consumption and of the emission factors. In addition, some policy alternatives were calculated in which a number of measures were implemented to reduce aircraft emissions. In co-operation with the UK Department of Trade and Industry (DTI) scenarios of the development of the volume of global air traffic have been constructed, using economic growth figures from three scenarios defined by the Dutch Central Planning Bureau (CPB), labelled 'European Renaissance' (ER), 'Global Shift' (GS) and 'Balanced Growth' (BG). Combined with assumptions on the development of specific fuel consumption and on the emission factors global emission scenarios for air traffic were constructed for the years 2003 en 2015. Current trends of global emissions of greenhouse gases from air traffic show for the period 1990-2015 a substantial autonomous growth of about 140-190% for NOx and between 180-250% for other compounds. Global totals appear to be rather insensible with regard to the economic scenarios used for the projections. Related to other energy-related emissions, the growth will be larger since air traffic is expected to grow faster than other energy consumption. Furthermore, indications are given of the maximum potential of policy measures to reduce aircraft emissions globally. Depending on the compound, emissions could be reduced substantially in 2015 (typically 25% compared with the reference scenarios), if strong technological measures would be implemented to a high degree (without retrofits of the current fleet). The cumulative effect of integrated (technical, operational or economic) control policies can be substantial, in particular with regard to NOx emissions. The results indicate that a substantial limitation - in some cases even a reduction in absolute figures - of the uncontrolled growth of emissions may be achieved, provided that the assumed strong technological development would indeed occur and were implemented to a high degree, and were combined with other (operational and economic) policy measures. The calculated future global emissions were spatially distributed in three dimensions using the 3D air traffic database of Warren Spring Laboratory (WSL) (now: AEA, Harwell) and emission factors defined by WSL and the Dutch National Aerospace Laboratory (NLR). The data from this database were aggregated and included as Version 1 of the Emissions Database for Global Atmospheric Research (EDGAR) of RIVM/TNO. Subsequently, the EDGAR functionality was used to generate 3-dimensional distributions of emissions for the years 2003 and 2015. Combined with time profiles, which were compiled from data provided by McDonnell-Douglas, these 3D emissions scenarios were used for atmospheric-chemical research. The cruising altitude per aircraft type and the seasonal variation were assumed to stay constant in time. This study combines the results of an air traffic projection model with a gridded air traffic emissions database to generate for future years three-dimensional spatial distributions of aircraft emissions using well recognized and documented reference scenarios, thus allowing a comprehensive assessment of the atmospheric impact of aircraft emissions relative to other sources. This complements the aggregated comparison of global emissions from aircraft and other sources, such as presented in this report, and provides pivotal information for environmental assessments of the impact of the emissions by atmospheric models.
    Sponsors
    DGM/GV
    URI
    http://hdl.handle.net/10029/257661
    Collections
    RIVM official reports

    entitlement

     

    Related items

    Showing items related by title, author, creator and subject.

    • Thumbnail

      Supplement to the methodology for risk evaluation: Proposal for the formats of names, parameters, variables, units and symbols to be used in emission scenario documents

      Poel P van der; CSR (2001-02-10)
      De EU werkgroep voor het verzamelen, beoordelen en ontwikkelen van emissie scenario's voor biociden (EUBEES) doet in dit rapport een voorstel om tot een uniforme manier van naamgeving en het gebruik van symbolen te komen, die aansluit bij de lijsten met symbolen van EUSES en USES (Appendix II van EUSES en USES). Door toepassing van dezelfde manier van naamgeving en symbolen wordt de leesbaarheid en vergelijkbaarheid van emissie scenario documenten verbeterd en zal implementatie in EUSES en USES vergemakkelijkt worden. Derhalve is het wenselijk dat in nieuwe emissie scenario documenten reeds bestaande symbolen voor dezelfde parameters en variabelen gebruikt worden, terwijl voor nieuwe parameters wordt aangesloten bij de werkwijze van EUSES en USES, zoals aangegeven in dit rapport.
    • Thumbnail

      Proposal for the development of Emission Scenario Documents on the Chemical Industry

      Poel P van der; Bakker J; MEV; SEC (2005-09-06)
      Emissiescenariodocumenten zijn documenten waarin industriele processen worden beschreven die het mogelijk maken om de uitstoot naar het milieu te schatten. Dergelijke documenten ontbreken nog voor de chemische industrie. Voor deze complexe tak van de industrie worden de sectoren geidentificeerd en geprioriteerd waarvoor emissiescenariodocumenten het dringendst gewenst zijn. Diverse handvatten en concepten die bij de ontwikkeling van dergelijke documenten van groot nut kunnen zijn, zoals de verschillende stadia van de levenscyclus, factoren die de uitstoot bepalen en methoden voor het kwantificeren van emissies, worden gepresenteerd. Als zodanig, zullen deze het startpunt vormen voor de ontwikkeling van ESD'en voor de chemische industrie, gecoordineerd door onder andere de taakgroep 'Environmental Exposure' van de OESO.
    • Thumbnail

      Perspectieven voor de oplossing van de ammoniakproblematiek in de Nederlandse natuur

      Erisman JW; Bleeker A; Bakema AH; Adrichem MJA van; Heuberger PSC; Klein MHJ; Beije HM; Latour J; Hoogervorst NJP; Egmond PM van; et al. (1997-08-31)
      Depositie van ammoniak is een van de grootste bedreigingen voor de vitaliteit van de Nederlandse natuurgebieden. De scenario's uit de 4e Milieuverkenning geven aan dat in 2010 de ammoniakemissie zal afnemen van 144 kton tot 102 kton (reductie tov 1995 van 30%) en in 2020 tot 92 kton (reductie tov 1995 van 40%). Voor 2020 is een scenario opgesteld waarbij is aangegeven wat maximaal haalbaar is door inzet van extra technische en volume maatregelen (2020). Bij een dergelijk maximaal scenario kan in 2020 de emissie tot maximaal 50 kton (65% t.o.v. 1995) gereduceerd worden. Als het natuurbeleid maatgevend is voor het ammoniakbeleid, is de benodigde emissiereductie minstens 70% t.o.v. 1980 (emissie 1980: 234 kton). Het spanningsveld tussen landbouw en natuur aangaande de ammoniakproblematiek is dus groot. Dit is mede het gevolg van de ligging van de intensieve landbouwgebieden op de arme zandgronden, waar ook juist de meest voor verzuring en vermesting gevoelige natuur zich bevindt. Bij het zoeken naar oplossingen is het daarom goed om enerzijds te kijken naar mogelijkheden om de emissies te verlagen en de effecten te verminderen en anderzijds de ruimtelijke samenhang tussen landbouw en natuur te ontkoppelen. Deze opties zijn hier als 2 afzonderlijk sporen bekeken: 1: spelen met doelen ; de ruimtelijke koppeling tussen landbouw en natuur blijft bestaan maar er wordt maximaal gebruik gemaakt van tal van beheersmaatregelen en aanvullend beleid om de ammoniak emissies en de effecten op de natuur te verminderen. 2: schuiven met functies ; de landbouw en natuur worden ruimtelijk gescheiden door in sommige regio's de emissie te verlagen zodat er in andere gebieden juist een verhoging van emissies kan plaatsvinden, terwijl de natuurdoelen daar nog volledig gerealiseerd kunnen worden. Conclusies van deze studie zijn: 1) Wanneer er wordt uitgegaan van de huidige ruimtelijke verdeling van emissiegebied (landbouwactiviteit) en natuur (EHS), zal het spanningsveld, ondanks forse emissiereducties, blijven bestaan ; 2) Effectgerichte maatregelen en het aanleggen van bufferzones dragen bij aan het verminderen van de spanning tussen ammoniakdeposities uit de landbouw en natuur maar kunnen dit niet geheel oplossen ; 3) Ruimtelijke scheiding van intensieve landbouw en kwetsbare natuur kan extra ruimte geven voor het oplossen van de spanning tussen landbouw en natuur.

    DSpace software (copyright © 2002 - 2023)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.