Loading...
Soil ecosystem profiling in the Netherlands with ten references for biological soil quality
Citations
Altmetric:
Series / Report no.
Open Access
Type
Report
Language
en
Date
2008-07-10
Research Projects
Organizational Units
Journal Issue
Title
Soil ecosystem profiling in the Netherlands with ten references for biological soil quality
Translated Title
Typeringen van bodemecosystemen in Nederland met tien referenties voor biologische bodemkwaliteit
Published in
Abstract
Het RIVM heeft samen met diverse kennisinstituten tien veel voorkomende bodems gekarakteriseerd waar de bodemkwaliteit op orde is, zogeheten referenties voor biologische bodemkwaliteit (RBB). Hier bestonden nog geen criteria voor. Deze referenties kunnen als streefbeeld gebruikt worden om bodemgebruik duurzamer te maken.
De referenties zijn bepaald voor tien combinaties van bodemgebruik (onder andere melkveehouderij, akkerbouw en heide) en bodemtype (zand, veen, klei en loss). Dit is representatief voor driekwart van het bodemoppervlak van Nederland.
Diverse onderzoekers, onder andere op het gebied van bodemecologie, microbiologie en agrarisch bodembeheer, hebben locaties geselecteerd die volgens hun maatstaven een relatief goede bodemkwaliteit hebben. Hiervoor maakten zij gebruik van de gegevens van het Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit (LMB) over de toestand van de bodem. Op basis van deze informatie zijn de tien referenties bepaald. Het rapport bevat ook gemiddelde waarden van de biologische, chemische en fysische eigenschappen van de bodem, evenals een maat voor de spreiding van de gegevens. De mate waarin bodemorganismen voorkomen en hun diversiteit zijn ook beschreven.
The RIVM (Dutch abbreviation for National Institute for Public Health and the Environment) and other institutes have described ten soil ecosystem profiles, or 'biological soil quality references', based on soil quality as inferred from existing empirical evidence. This is a pilot study, since no specific protocol has been established yet. The aim is to use these new references as benchmarks in the implementation of a more sustainable use of soils.
References were derived from a combination of data on land use (e.g. dairy farms, arable fields and heathlands) and soil type (sand, peat, clay and Loess). Soils types covering about three-quarters of the surface of the Netherlands are studied in this report.
Several participants, with expertise ranging from soil ecology and microbiology to rural management, selected sites where they believed data to be representative of good soil quality. To do this, they used soil monitoring data from the Netherlands Soil Monitoring Network (in Dutch: LMB). The ten references were derived from empirical data. This report provides also the averages and frequency distributions of soil biological, chemical and physical soil characteristics. The occurence of soil organisms has also been described, as well as their biodiversity.
De referenties zijn bepaald voor tien combinaties van bodemgebruik (onder andere melkveehouderij, akkerbouw en heide) en bodemtype (zand, veen, klei en loss). Dit is representatief voor driekwart van het bodemoppervlak van Nederland.
Diverse onderzoekers, onder andere op het gebied van bodemecologie, microbiologie en agrarisch bodembeheer, hebben locaties geselecteerd die volgens hun maatstaven een relatief goede bodemkwaliteit hebben. Hiervoor maakten zij gebruik van de gegevens van het Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit (LMB) over de toestand van de bodem. Op basis van deze informatie zijn de tien referenties bepaald. Het rapport bevat ook gemiddelde waarden van de biologische, chemische en fysische eigenschappen van de bodem, evenals een maat voor de spreiding van de gegevens. De mate waarin bodemorganismen voorkomen en hun diversiteit zijn ook beschreven.
The RIVM (Dutch abbreviation for National Institute for Public Health and the Environment) and other institutes have described ten soil ecosystem profiles, or 'biological soil quality references', based on soil quality as inferred from existing empirical evidence. This is a pilot study, since no specific protocol has been established yet. The aim is to use these new references as benchmarks in the implementation of a more sustainable use of soils.
References were derived from a combination of data on land use (e.g. dairy farms, arable fields and heathlands) and soil type (sand, peat, clay and Loess). Soils types covering about three-quarters of the surface of the Netherlands are studied in this report.
Several participants, with expertise ranging from soil ecology and microbiology to rural management, selected sites where they believed data to be representative of good soil quality. To do this, they used soil monitoring data from the Netherlands Soil Monitoring Network (in Dutch: LMB). The ten references were derived from empirical data. This report provides also the averages and frequency distributions of soil biological, chemical and physical soil characteristics. The occurence of soil organisms has also been described, as well as their biodiversity.
Description
Publisher
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
Alterra
Wageningen Universiteit
Louis Bolk Institute
Alterra
Wageningen Universiteit
Louis Bolk Institute
Sponsors
VROM-BWL