Beleidsdoorlichting geluid : Artikel 20, begroting IenM. De sanering van knelpunten
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM rapport 2015-0096Type
ReportLanguage
nl
Metadata
Show full item recordTitle
Beleidsdoorlichting geluid : Artikel 20, begroting IenM. De sanering van knelpuntenPubliekssamenvatting
Het RIVM heeft het geluidbeleid voor wegen en spoorwegen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu doorgelicht. Binnen het algemene beleidsdoel 'het voorkomen of beperken van hinder' is de focus gelegd op de doelstelling om knelpunten aan te pakken bij woningen met de hoogste geluidbelastingen. Dit wordt ook wel de geluidsanering genoemd.De regelingen voor sanering bestaan sinds 1986, waarvoor gemeenten 594.000 woningen hebben aangemeld. Hiervan is tot en met 2014 naar schatting 44 procent (263.000 woningen) afgehandeld. De oorspronkelijke doelstelling om de sanering in 2010 af te ronden is daarmee niet gehaald. Het aantal te saneren woningen is destijds te laag geschat en er was te weinig budget om alle aangemelde situaties aan te pakken. Vanaf 2015 is een deel van de financiering van de sanering weggevallen. Het RIVM schat dat het uitvoeringtempo langs wegen in stedelijk gebied hierdoor zodanig vertraagt ten opzichte van het tempo in de afgelopen jaren dat de afronding bijna 10 jaar langer gaat duren. Dat betekent dat nog circa 45 jaar nodig is om de sanering volledig af te ronden. Als gevolg van het geluidbeleid zijn lokale maatregelen genomen, zoals verkeersmaatregelen, stille wegdekken, geluidschermen en gevelisolatie. Hiermee is hinder verminderd, maar het is onbekend in welke mate.
Maatregelen aan de bron, zoals stillere auto's en vooral stillere banden, zijn belangrijk om op grote schaal hinder te verminderen. De internationale regelgeving stelt hiervoor normen. Tot op heden heeft dit nog niet geleid tot lagere geluidniveaus langs wegen, terwijl hierop wel was geanticipeerd in de geluidregelgeving. In de praktijk zijn woningen daardoor aan meer geluid blootgesteld dan was beoogd en nemen de kosten voor gevelisolatie nog niet af.
Informatie over de algemene uitvoering van het geluidbeleid bleek in dit onderzoek beperkt beschikbaar. Voor toekomstige doorlichtingen is het van belang dat relevante tussentijdse evaluaties van het beleid worden gedaan. Indien het wenselijk is om de voortgang van specifiek de sanering te monitoren, is het belangrijk om eind- en tussendoelen te stellen. Hiervoor is inzicht nodig in de daadwerkelijke voortgang, de actuele geluidbelastingen en de mede daaruit voortvloeiende toekomstige kosten.
The Dutch National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) has reviewed the policy of the Dutch Ministry of Infrastructure and the Environment on noise produced by roads and railways. As part of its overall policy objective of 'preventing or limiting annoyance', the Ministry has focused on noise-reducing measures for homes exposed to the highest noise loads. This policy is also referred to as 'noise remediation'.
Dedicated remediation schemes have been in place since 1986, with 594,000 homes registered by local authorities. As of 2014, measures have been taken for an estimated 44 percent of this total (263,000 homes). Consequently, the original objective of completing the remediation process by 2010 has not been achieved. The number of homes qualifying for the scheme was underestimated at the time, and the available budget was insufficient to address all the qualifying sites. As of 2015, cutbacks have been made to the funding for the remediation operation. As a result, RIVM estimates that the process will take nearly ten years longer to complete, as the rate of completion along roads in urban areas decreases compared to the pace achieved in the past few years. This means that it may take another 45 years to complete the remediation operation in full.
Under the Ministry's noise policy, a range of local measures has been implemented including traffic measures, quieter road surfaces, noise barriers, and façade insulation. This has resulted in a reduction of annoyance, but it is unknown to what extent. At-source measures such as quieter vehicles and especially quieter tyres are essential to reducing annoyance on a large scale. International legislation has defined a number of standards for this purpose. However, so far this has not resulted in lower noise levels along roads, although this effect was anticipated in noise legislation. In practice, homes are exposed to higher noise levels than intended, and the costs of façade insulation measures are not yet decreasing.
This study showed that only limited information was available concerning the overall implementation of noise policy. For future reviews, it is important to perform relevant interim policy assessments. If it is desirable to specifically monitor the progress of the remediation process, it is also important to define final and interim targets. This requires insight into actual progress, current noise load levels, and the resulting future costs.
Sponsors
Ministerie van I&MCollections